woensdag 1 juni 2022

notitie 202

(220528)

TAART

‘Gebeurt het soms dat een taart niet wordt opgehaald?’

‘Ja, dat is me al een paar keer overkomen,’ antwoordt de bakkersvrouw die net de telefoon heeft neergelegd, alsook de balpen waarmee ze in haar grote registerboek de bestelling van een taart noteerde.

Ik vind het soms vervelend dat niet-aanwezigen die via de telefoon een bestelling plaatsen de voorrang krijgen op de fysiek aanwezige klant. Telefoneerders zijn altijd opdringerig. Behoudens een geldig excuus, zoals aan het bed gekluisterd zijn door ziekte of invaliditeit, vind ik het zelfs onbeleefd om telefonisch bestellingen te plaatsen bij de bakker. Maar goed, het gebeurt, en zolang er niets op gevonden wordt zal het blijven gebeuren. De mensen kiezen voor hun gemak en de middenstand kiest voor zijn centen.

Mij kon het nu even niet schelen dat de niet-aanwezige taartbesteller voorrang kreeg. Ik had de tijd. Kwart over zeven in de ochtend, ik stond als enige klant in de winkel. Daarom ook waagde ik het erop om de bakkersvrouw, die mij nu toch al zeventien jaar regelmatig ziet opduiken, te vertellen over het verhaal van Raymond Carver waarin een telefonisch bestelde taart niet wordt opgehaald. Voor ik het goed en wel besefte belandde ik in een gênante situatie. Want ja, Carver vertelt over een bakker die zich – ook via de telefoon – erg boos maakt op een vrouw die een door haar bestelde taart niet is komen ophalen. Ze herinnerde het zich zelfs niet, dat ze die taart had besteld. Haar geest was door iets veel belangwekkenders in beslag genomen. De taart was namelijk bestemd voor de verjaardag van haar zoontje, maar haar zoontje was op de dag zelf van zijn verjaardag aangereden en vocht in het ziekenhuis voor zijn leven. Maar dat kon die bakker, die meerdere keren via de telefoon zijn ongenoegen uitte en die zich iedere keer nog meer opwond – en terecht want hij zag die taart voor zijn neus inzakken zonder dat hij uitzicht kreeg op een vergoeding voor de verwerkte grondstoffen en voor de geleverde patissier-inspanningen, laat staan dat hij ook maar enige waardering voor zijn geleverde arbeid kon verwachten – dat kon die bakker onmogelijk weten. Voor hem was die taart gewoon een bestelde maar niet-opgehaalde en niet-betaalde taart en die mevrouw een onbetrouwbare klant en hij was vastbesloten het daar niet bij te laten.

Enfin, zoveel woorden maakte ik er niet aan vuil, maar het gênante was natuurlijk dat ik mijn sympathieke bakkersvrouw belaadde met het onsympathieke van Carvers misnoegde taartenbakker. Maar ze nam het goed op. Ze vertelde mij over een taart die in haar winkel eens niet was opgehaald. Het was een taart geweest voor maar liefst twintig personen. Een heel grote en dus ook wel dure taart. En ja, zo voegde ze eraan toe – waardoor we van de ene ambetantigheid in de andere verzeild geraakten – ‘die klanten waren moslims’. Oei. Dat willen we natuurlijk niet. Als klanten niet correct handelen, laat het dan in godsnaam geen moslims zijn. Gelukkig voelde de bakkersvrouw aan dat we in een mijnenveld waren terechtgekomen want ze voegde eraan toe: ‘Maar dat speelt geen rol, we hebben het ook al voorgehad met mensen van bij ons.’

De entree van de volgende klant maakte een eind aan onze conversatie. Ik zal mij de volgende keer twee keer bedenken vooraleer aan cultuurspreiding te doen. En o ja, in het verhaal van Carver krijgt de boze bakker eerherstel. Maar dat moet u er zelf maar eens op nalezen.

 

Raymond Carver, ‘A Small, Good Thing’ in: Where I’m Calling From. New and Selected Stories (1989) (oorspronkelijk in: Cathedral (1981))
Raymond Carver, ‘Een kleine weldaad’, in 1983 vertaald door Sjaak Commandeur en opgenomen in: Kathedraal (2013)