140330
388. Die
eerste hoofdstukken in Nooit meer slapen,
met al die misverstanden en gemankeerde ontmoetingen, zouden in onze tijd van mobiele communicatie niet meer geschreven kunnen worden.
389. Ik word
zo moe van mensen die niets achter zich kunnen laten.
140331
390. Foto’s
liegen niet, ze kunnen niet slecht ‘geformuleerd’ zijn: er staat wat er staat.
140401
391. Wat mij
vooral bang maakt, is dat de mensen voor de verkeerde dingen bang zijn.
392. Je maakt
me wel nieuwsgierig naar die irrationele proporties van X.
393. Voor het
eerst zegt Hermans mij iets.
394. En zo
zien we nog eens dat koppelteken opduiken in een woord dat het vroeger met een
trema moest stellen.
395. Ik hoop
dat het lot van de wereld niet in handen ligt van de modale Vlaming.
140402
396. Een
blauwe reiger die drijft op het water is een dode blauwe reiger.
397. Ik heb
het er een beetje moeilijk mee dat ze er zo luchtig en kluchtig over doet.
140403
398. Zet maar
op mijn zerk dat ik altijd mijn best heb gedaan.
140404
399. Hij wist
niet precies hoelang zijn resonantievellen meegingen.
400. We komen op een leeftijd dat we zeggen dat we niet meer moeten zeveren.
140405
401. Dat hij
maar bleef struikelen, zegt veel over zijn hindernisdetecterend vermogen.
402. Iedereen heeft het recht om op zijn eigen manier ambetant te zijn.
403. Nadat hij voor drie afgewerkte bundels geen uitgever had gevonden, besloot hij zijn gedichten te pureren.
404. Hij was content met elke scheet die hij liet.