27 februari 2014
Eergisterenavond kwam Rik langs met zijn boek, of dan toch
met een voorlopig definitieve versie ervan. Het is de bedoeling dat ik er nog
eens door ga om eventuele verbeteringen aan te brengen of te suggereren. Pas
daarna zal Rik overwegen of het de moeite loont om, in eigen beheer en met een
oplage van een tweehonderdtal exemplaren, een definitief boek aan te maken.
Rik, die wij op zondagvoormiddag met de wielervrienden van
de zondagvoormiddag italianiserend met ‘presidente’ aanspreken omdat hij van
ons groepje zo’n beetje de officieuze leider en initiatiefnemer is, en
bovendien een verstokte italofiel, is vorig jaar op fietsreis geweest naar Rome.
En terug. Rik had daarvoor, op zijn zestigste verjaardag, zes maanden
loopbaanonderbreking genomen. Het algemenere elan was dat het besef tot hem was
doorgedrongen dat hij, als hij in zijn leven nog iets anders wilde doen dan
werken, het nú moest doen. Na zijn terugkeer heeft hij trouwens zijn leidende
functie in zijn bedrijf doorgegeven, en is hij overgeschakeld naar een
halftijds regime. Hij leidt zijn opvolgers op, geeft zijn rijke ervaring door.
Zo zou het altijd moeten gaan. Ik heb bewondering voor deze
stap, ik vind dat iedereen die het zich kan permitteren het zou moeten doen. Je
geeft op die manier op tijd de fakkel door aan de komende generatie, die nu
vaak te lang moet wachten op interessanter werk.
Rik heeft zijn fietsreis tot een goed einde gebracht, hij is
er zeer tevreden, ja zelfs gelukkig en als een beter mens van teruggekeerd.
(Niet dat hij voordien niet goed zou geweest zijn, uiteraard.) Hij hield van zijn ervaringen een logboek bij. Op basis
daarvan schreef hij het boek dat hij mij nu, als A4-bundel, kwam afleveren.
‘Dit is mijn enige exemplaar. Wees er voorzichtig mee.’
Het boek is niet zomaar een dag-na-dag-verslag van een
fietstocht. Het is, zonder zwaar op de hand te worden, een mijmering, een onbevangen
en ontvankelijk getuigenis over wat zich aandient, een pleidooi voor vertraging,
en – op basis van wat Rik op zijn weg heeft aangetroffen en ervaren – een uiting
van aandacht voor wat klein is en voor wat, omdat het klein is, dreigt te
verdwijnen.