3 maart 2014
Vandaag ben ik een uur of twee bezig geweest met het
uitstippelen van mijn traject. De boekjes van Omer waren daarbij behulpzaam, of
toch vooral De groene weg naar de
Middellandse Zee waaruit ik grote delen van het traject van plusminus
Luxemburg-stad tot Narbonne overneem.
Ik besluit dat ik het eerste stuk, tot Arlon, niet met de
fiets zal doen: de drie dagen die ik op die manier uitspaar, heb ik nodig om de
volledige tour in het bestek van zesentwintig dagen te kunnen doen – het zal al
krap genoeg zijn. Ik zal dus vertrekken in Arlon, en zal van daaruit een lichte
bocht achter Metz en Nancy beschrijven, om van daaruit pal zuidwaarts tot Nyons
te rijden. Ik wijk voor een deel af van het door Henk Eikelboom en Aart van
Rossum voorgeschreven traject om – uit nostalgie – terug te keren naar de
Vercors en de Drôme (zij schrijven een meer westelijke route voor, grotendeels
door het Rhônedal). Vanuit Nyons gaat het dan in zuidwestelijke richting, langs
de zuidflank van de Cevennes, tot voorbij Béziers. Van daar af volg ik het
Canal du Midi en het Canal du Garonne tot Agen, waar ik de route in
noordwestwaartse richting beoog voort te zetten: tot Cognac en van daaruit
noordoostwaarts langs Poitiers, naar Chartres en Amiens, en zo terug naar
België. Ik vrees dat dit parcours al dicht tegen de drieduizend kilometer zal
uitkomen, wat het onmogelijk maakt om de route nog iets meer west- en
Bretagnewaarts te laten lopen, waardoor ik dichter bij de uiterwaarden van de hexagone zou komen en dus in een vollere
zin des woord een tour zou maken.