11 maart 2014
Dat je naar boven moet afronden om een correcte kilometertelling te verkrijgen, weet ik uit ervaring. Wie op voorhand op basis van Michelinkaarten berekent hoeveel kilometer punt A en punt B uit elkaar liggen, doet er goed aan een foutmarge van 10 procent aan te houden. Om de een of andere reden ronden de kaartenmakers van het Franse bandenmerk nooit naar boven af, blijkbaar. Waardoor je op het eind van de rit een serieuze afwijking krijgt. Dat dit vervelende gevolgen kan hebben, bleek die keer dat ik met Benoît en Gerd in een dag of negen naar de Cevennen fietste. Ik had de etappes uitgetekend, compleet met hotelreservaties en al. We hadden onszelf dus aan een strak schema vastgeklonken. Het voordeel was dat we nooit onzeker hoefden te zijn over waar we de volgende nacht zouden verblijven. Ik had de reis nogal sportief uitgetekend, met dagafstanden van 150 kilometer en meer. Al snel werd duidelijk dat de afwijking zeer consistent in de buurt van 10 procent bleef hangen. In ons nadeel uiteraard. Aan kilometer 100 bleken we al 110 kilometer te hebben afgelegd, 150 werd 165, en die ene keer dat er een rit van 170 op het programma stond, kwamen we pas na bijna 190 kilometer en om zeven uur ’s avonds ter bestemming aan. De te lange ritten zorgden voor spanningen. Om mijn rekenfout goed te maken, reed ik meer dan mijn deel van de afstand op kop, vooral de laatste tientallen kilometers – ik zie nog een eindeloze weg met bomen langs, waarop ik met de grote molen de vaart er probeerde in te houden want het begon al te schemeren en mijn reisgenoten waren toe aan de avondaperitief. Ik begon na een dag of twee ook te liegen over de afgelegde en nog af te leggen afstanden (ik had als enige een kilometerteller). Ik rekende uit dat als ik maar vroeg genoeg de foutmarge begon te compenseren met aangepaste informatie over de afstanden, ik tegen het eind van de dag de ‘schade’ tot 5 procent of minder kon beperken. Dat gechipoteer was nodig maar kon niet verhinderen dat mijn kompanen een van de volgende dagen een stuk van het traject, het was in de buurt van Auxerre, met de trein aflegden. Daarmee traden ze uit de onuitgesproken afspraak om gedrieën de volledige afstand af te leggen. Ik wou en zou voor mijn kop niet wijken en stond er op de hele weg van Brugge tot in het diepe zuiden per fiets af te leggen. We zagen elkaar drie uur later terug in een onooglijk station 80 kilometer verderop. Er was in de onderlinge verhoudingen iets gewijzigd – en dat is niet meer goed gekomen.