zaterdag 12 februari 2005
Gemiste kans
Een tijd geleden (15 januari) liet ik mij hier lovend uit over het tv-programma ‘Het Bourgondisch complot’, met fotograaf en man-in-het-midden-van-het-leven Michiel Hendryckx. De opmerkingen over het tempo en de verzorgde fotografie en de durf om eens stil te staan bij dingen die tijd nodig hebben om zich te tonen slik ik niet in. Ook niet die over de pedagogische branie en het conservatisme van Hendryckx. Maar wat me nu wél opvalt is dat het programma niet opstijgt. Het blijft plat liggen, voorbijkabbelen, dobberen… Inderdaad zoals de boot waarop alles zich afspeelt. We verplaatsen ons van de ene bezienswaardigheid en anekdote naar de andere. De selectie is ondoorgrondelijk. Sommige plaatsen, bijvoorbeeld La Charité, worden zomaar overgeslagen, terwijl bij andere, zeker niet voor de hand liggende zaken – relatief gesproken – buitensporig lang wordt stilgestaan. Wat was er nu bijvoorbeeld zo urgent aan het bezoek aan de Rétif de la Bretonne-kenner in Sacy? Maar goed, daar wil ik het nu nog niet over hebben. Wat vooral stoort is dat het programma als een pudding in elkaar zakt omdat het niet klikt tussen gastheer Hendryckx en zijn gasten. Je voelt geen greintje sympathie bij die mensen, en dat komt doordat Hendryckx ze vooral gebruikt als een vehikel om zijn eigen ideeën te ventileren. Maar, met permissie, hoe interessant die ideeën ook zijn (gisteren bijvoorbeeld nog, in een witte-zandsteengroeve waar in de 19de eeuw miljoenen kubiek werden gewonnen voor de grote bouwwerken in Parijs, over het verband tussen totalitaire regimes en grote stedenbouwkundige ingrepen, en, mutatis mutandis, tussen democratisme en kneuterige architectuur) – hoe interessant dus die ideeën ook zijn, ik wil ook wel eens weten wat zonder enige twijfel interessante mensen als Rik Torfs mij écht te vertellen hebben. Dat interesseert me meer dan hoe je een hemd moet strijken, zilverwerk poetst of couscous voor de vrienden klaarmaakt. Zaken waarvoor je welbeschouwd geen aak op het Canal du Nivernais moet laten kabbelen. En ook geen gasten moet laten komen. Ja, behalve voor die couscous, natuurlijk – maar die werd, laten we eerlijk blijven, dan ook door de gasten klaargemaakt.