Pour ne pas risquer que Cottard ne nous aperçût pas, et n’ayant pas entendu crier la station, j’ouvrais la portière, mais ce qui se précipitait dans le wagon, ce n’était pas de fidèles, mais le vent, la pluie, le froid.
(II:1036)
Om te vermijden dat Cottard ons over het hoofd zou zien en omdat ik de omroeper op het station niet had gehoord, opende ik de deur – maar niet de getrouwen kwamen de wagon binnengestormd, wel de wind, de regen, de koude.
Om niet het risico te lopen dat Cottard ons niet zag, en omdat ik de halte niet had horen omroepen, opende ik het portier, maar wat de wagen binnendrong waren niet de getrouwen, maar de wind, de regen en de kou.
(Cornips IV:444)