Bij de foto die ik dagelijks naar mijn 168 abonnees mail – iedereen kan zich gratis en vrijblijvend inschrijven via pascaldigital at hotmail punt com – voegde ik gisteren de volgende tekst:
‘We dwaalden in het stadhuis van Arras vrijelijk rond in de lange gangen - er werden duidelijk geen toeristen verwacht. Het was er donker en veel te warm, en er hing een penetrante geur. Het lijdzame ongeduld van de tallozen die er ooit voor een van de vele loketten hadden staan wachten op een gunst, waarde er rond...’
Een abonnee en Sebald-lezer wees me er op dat die stijl van schrijven erg sebaldiaans was en inderdaad, ik had het zeker niet bewust op die manier gesteld maar nu het me gezegd wordt kan ik het niet ontkennen: onbewust moet mijn lectuur (ik denk aan bepaalde passages in Austerlitz, bijvoorbeeld deze waarin Sebald de sfeer schetst die als een mantel over hem valt wanneer hij in dat station in Londen is) mijn ervaring en de manier waarop ik haar heb beschreven hebben gekleurd. Dat is geen blamage, integendeel: als er al één manier van aankijken tegen de dingen en, in dit geval, architectuur is waardoor ik mijzelf graag beïnvloed weet, dan wel deze die Sebald zo kenmerkt en herkenbaar maakt. Ik heb daar absoluut geen probleem mee; het is bijzonder troostvol om te merken dat schoonheid zich op die manier, onderhuids eigenlijk, voortplant en de eigen waarneming en die van andere mensen bevrucht.