fragment uit Het maaiveld
Ik leerde mijn klasgenoten kennen. Ze waren allemaal nieuw voor mij en doordat velen van hen niet, zoals ik, de overstap vanuit hun lagere school alleen hadden moeten maken, en zij dus konden samenklitten met hun vrienden van vroeger, belandde ik in een isolement.
Na een paar weken was er een bijzondere aangelegenheid. We schrijven 1973, de toen nog recente gebeurtenissen in de buitenwereld hadden ook in onze vrij autoritair en hiërarchisch gestructureerde middelbare school een spoor getrokken, en wel in de vorm van een democratisch georganiseerde participatie. Er diende een klasraad te worden samengesteld. Daaruit zou dan weer een klasverantwoordelijke worden verkozen, die de maandelijkse vergadering van het praesidium moest bijwonen, het schoolparlement.
Wie uiteindelijk in die klasraad van 6LA zetelde, en wie als klasverantwoordelijke werd afgevaardigd naar het praesidium, weet ik niet meer. Of die leerlingenparticipatie een meer dan symbolische aangelegenheid was of alleen maar een cosmetische toegeving aan de veranderende tijdgeest, weet ik ook niet – ik kan mij toch niet herinneren dat zij ooit iets concreets heeft gerealiseerd of heeft weten af te dwingen. Maar ik herinner mij wel nog de verkiezing van onze klasraad. Er was geen mogelijkheid om zich niet kandidaat te stellen. Iedereen diende twee stemmen uit te brengen – een pienter bedacht systeem want er zouden er veel zijn die op zichzelf zouden stemmen en zo kwam je nergens natuurlijk. De klasraadverkiezing was met andere woorden niets anders dan een pure populariteitstest aangezien niemand een programma moest voorleggen of campagne voeren.