zondag 10 februari 2019

wolken 3228-3237


wolkenfragmenten uit Hermann Hesse, De kunst van het ouder worden

3228
Morgen, overmorgen, spoedig, spoedig ben ik jij, ben ik loof, ben ik aarde, ben ik wortel, schrijf ik geen woorden meer op papier, ruik ik niet meer aan de prachtige muurbloemen, heb ik niet meer de rekening van de tandarts in m’n zak, word ik niet meer door gevaarlijke ambtenaren geplaagd vanwege mijn verblijfsvergunning, laat de wolk drijven in het blauw, de golf stromen in de beek, het blad spruiten aan de struik, ben ik in vergetelheid, in een duizendmaal verlangde metamorfose gedompeld. (10)

3229
(…) wanneer de duizenden bliksemflitsen, de eindeloze donderconcerten, het wilde geraas van de lauwe regenstromen weggestorven en afgelopen zijn, wordt op een ochtend of namiddag tussen de uitgewoede wolken een koele, vredige hemel met de verrukkelijkste kleur zichtbaar (…) (13)

3230
En met vernieuwde toewijding geeft hij zich over aan het onbeduidende spel en aan de klanken van het leven, aan de duizend lieflijke schoonheden waarmee het leven zich uiterlijk tooit, aan de tedere kleurenvibratie, de voorbij ijlende schaduwen van de wolken (…) (17-18)

3231
Kijkt vanaf de donkere oever naar het licht, / waar tussen wolken en meer een streep nog blinkt / van ’t verste strand in ’t warme licht: / Gouden hiernamaals, zalig als droom en fictie. (53)

3232
Voor oudere mensen is humor beter geschikt, de glimlach, het niet serieus nemen, het veranderen van de wereld in een beeld, het kijken naar de dingen alsof het een vluchtig wolkenspel is. (54)

3233
Aan de zwaar bewolkte hemel, die desondanks steeds weer felle zonnestralen op het ontluikende groen in het dal wierp, vond een groot wolkenschouwspel plaats. (63)

3234
Lorenzo echter, die bijna net zou oud is als ik, leunde op zijn spade, wierp een korte schuine blik op de voorbij drijvende wolken en schudde zijn grijze hoofd. (115)

3235
En wanneer de aarde eenmaal volledig bedekt zal zijn met betonnen blokkendozen, zal er nog altijd het spel van de wolken zijn en zullen hier en daar mensen zijn, die behulp van de kunst een deur openhouden naar het goddelijke. (124)

3236
Hij straalt intenser nu de dagen korten / en praalt stralend met wolkenloze zonnen. (138)

3237
Het terras was nat en straalde een vochtige kou uit, de hemel liet slappe, vormloze wolken tot diep in de dalen naar beneden hangen en was blijkbaar ieder ogenblik bereid het opnieuw te laten regenen (…) (139)