woensdag 8 oktober 2014

zomer veertien 43


5 augustus 

De bedoeling van een dagboek moet zijn: het geestelijk leven vastleggen; niet je verliezen in een opsomming van gedane zaken (die geen keer nemen), maar een poging ondernemen om vast te leggen waar je mee bezig bent, wat je bezighoudt, waar je gedachten en gevoelens naar uitgaan. Dezer dagen wordt dit geestesleven in grote mate gevoed door Facebook en door de discussies die daar hun sporen nalaten. Die zijn nogal heftig, de neiging tot polariseren is uitgesproken. Na alle commotie rond de N-VA, intussen wat geluwd, komen er nu tegenstellingen aan het licht met betrekking tot de oorlog tussen Israël en Palestina. Gisteren trok Benno Barnard openlijk van leer tegen het gedicht dat dichter des vaderlands Charles Ducal had geschreven over de Israëlische bombardementen op de Gazastrook. Bernard verwijt Ducal onversneden antisemitisme. Vandaag roert Saskia Van Nieuwenhove zich. In hetzelfde Joods dagblad waarin Barnard een forum had gevonden, staat nu een provocatieve oproep ten aanzien van de dokter die vorige week het initiatief nam voor een door veel van zijn collega’s mede ondertekende open brief aan het adres van de Belgische bewindsvoerders, met de vraag om explicieter de Israëlische agressie te veroordelen en om boycotacties te ondernemen op economisch, cultureel en ook sportief gebied – de eerstvolgende match met inzet van de Rode Duivels is in en tegen Israël. Het Joodse blad vraagt de dokter wat zijn grootvader tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft ondernomen om de Joden te helpen tegen de dreiging van de nazi’s. Van Nieuwenhove reageert met een open brief aan Bart De Wever, die, zoals algemeen bekend is, de Antwerpse Joden, zeker de ondernemende Antwerpse Joden, goed te vriend wil houden. Zorg ervoor, aldus Van Nieuwenhove, dat de archieven waarin ik het materiaal kan vinden dat ik nodig heb om aan te tonen dat mijn grootvader de Joden geholpen heeft worden geopend. Wat belet er u om  die archieven te openen? Archieven die ook de dokter nodig heeft om aan de onbeschaamde en moreel totaal verwerpelijke vraag van de Joodse periodiek te kunnen beantwoorden. Kijk, dat vind ik sterk. Van Nieuwenhove klaagt hier zeer terecht een onrechtvaardige aanval aan door een positief voorstel aan te  brengen, dat meteen ook een aanklacht inhoudt: wat houdt de overheid in godsnaam tegen om die archieven te openen? Dat soort zaken vind ik boeiend. Het houdt mijn geest bezig, dat is mijn geestesleven. (Ik vergat nog te vermelden dat ook Dirk van Bastelaere Charles Ducal frontaal aanvalt door een vergelijking te maken tussen Ducal en Paul De Man, die ‘ook’ in diskrediet geraakte met ‘antisemitische’ geschriften.)

Ik krijg een compliment van Paul Claes, het is niet het eerste: ‘Jouw blog is een oase in de internetwoestijn’. En bij wijze van dank steekt hij er zijn vertaling van Le cimétière marin van Paul Valéry bij. Dat is nu de derde keer in evenveel dagen dat Paul Valéry, die ik tot hiertoe enkel van naam kende, tot mij probeert door te dringen. Eerst was er Facebookvriend Pierre Plum, die zijn publiekje wees op het bestaan van La jeune Parque. Dan las ik in Edmund de Waals De haas met de amberkleurige ogen over Rilke, die Valéry vertaalde. En nu is er dit. Overigens ben ik uiteraard uitermate blij met het compliment van Paul Claes, het is zeer statusverhogend!

(…)

Met Sarah maak ik een fietstochtje van 40 kilometer naar Oudenburg (via Jabbeke en Ichtegem) en terug (langs het kanaal). In Oudenburg drinken we een kriek van ’t vat. (…)

We bekijken een film op dvd: La Marche van Nabil Ben Yadir (2013): een goedbedoeld, wat naïef verslag van een protestmars tegen racisme en ongelijkheid die klein begint, onderweg op veel tegenstand stoot maar – uiteraard – goed en groots eindigt. Het heimwee naar militantisme. Een bede om hoop.