In deze rubriek
vis ik hoogtepunten op uit deze blog.
13 juni 2004
koffiepauze
Voor stembureau nummer 94, in normale doen het derde
kleuterklasje van de school om de hoek, staat een lange rij. Niet voor 93 en
95, wel voor 94. U raadt: ik moet uitgerekend in 94 zijn.
Van rekenen gesproken, ik wil hier iets berekenen.
Het stembureau houdt koffiepauze. Het is half elf, ze zijn
van half acht vanmorgen bezig, dus dat mag wel. Elk goed werkend mens heeft
recht op een koffiepauze. Als daarenboven die goede werkende mens quasi pro deo
een verdomde burgerplicht komt vervullen, dan is dat kopje koffie zeker op zijn
plaats. Op zondag zijn vast leukere dingen te doen dan ervoor te helpen zorgen
dat een paar honderd zich vaak helemaal niet om democratie bekreunende burgers
hun democratische plicht kunnen vervullen (België is nu eenmaal een van de
laatste landen met stemplicht). De
koffie is welverdiend. Het weze het kiesbureau gegund koffie te drinken. Santé!
De rij voor stembureau 94 is lang. Zeer lang. Eerst tien,
dan vijftig, dan honderd keer langer dan voor de stembureaus 93 en 95 want daar
staan hooguit een koppel met kinderwagen, een lichtelijk doorzopen uitziende
medemens en een bejaarde die niet zo goed meer uit de voeten kan aan te
schuiven. Het duurt niet lang of die rijen zijn helemaal opgelost. Reken maar.
De deur van 94 blijft dicht. Tien minuten, twintig minuten,
een halfuur. Stembureau 94 neemt een halfuur koffiepauze. Burgerplicht, zondag,
gegund. Maar ik reken uit. Een halfuur maal zeg maar tweehonderd, dat is
honderd uur. Dat ene kopje koffie voor vijf man slaat bij tweehonderd anderen
een gat van bijna drie werkweken in de zondag.
Reken maar dat ik niet zo goed weet of dat kopje koffie mij
zou smaken indien ik deel zou uitmaken van bureau 94 en zou weten dat ik door
gebruik te maken van mijn recht-op-koffiepauze buiten in de gang zo’n ravage
zou aanrichten. En reken maar dat ik, wachtend in die rij, mij begin af te
vragen wat het werkelijke motief is achter dat koffie-pauzeren: behoefte aan
koffie en rust of behoefte aan wraak op een onzichtbare wettelijke hand die de
tweehonderd mensen in de gang niet en de vijf mensen in de klas wél een halve
dag van hun vrijheid berooft.
Vooraan in de rij staat een man van wie ik nu toevallig weet
dat hij een maand geleden ernstig overwoog om voor het Blok te stemmen. Ik weet
niet of hij nu nog twijfelt.