Bronzen beeldje van stier met acrobaat, Kreta (1700-1450
v.C.)
Kreta: kruispunt van handelswegen met negentig steden
zo’n vier millennia geleden.
Nu ja, neem drieënhalf, om precies te zijn. Een ervan was
Knossos. In hoofdstuk 19
van zijn Odyssee noemt de blinde dichter de volken die
Kreta bevolkten: Achaiers en,
trots op hun oorsprong, echte Kretenzers, Kydoniërs en
Doriërs, edele Pelasgen.
Wat is er van hen geworden?
Tot in Oost-Turkije en Afghanistan leidden de
handelslijnen, daar werden tin en koper
aangetroffen en ontgonnen: stoffen uit de grond, nodig om
brons te maken. Spits-
technologie. Maar Oost-Turkije en Afghanistan waren,
vanuit Kreta bezien, overzees
en verder. Dolende navigatie, moeizame negotiatie. Boekhouden
of kletteren met wapens.
Noem de legering van hun wapens.
Bronstig neemt een gestileerde stier een acrobaat op de
horens, of wordt door deszelven
daarbij gevat. Onvervaard en in elk geval elegant, met achting
en verachting als het ware,
lanceert de uitdager zichzelf boven het haasje van het
beest, wulps en vitaal gebogen als
de holle rug van de torero die de stotende woede van
zijn snuivende slachtoffer ontwijkt.
Hoor het gejuich van de arena!
Zeus – in stierengedaante – ontvoerde Europa over water,
en verwekte bij haar Minos,
Kreta’s heerser. Pervers zindert het treffen tussen
godstier en mensenvrouw nog lang na:
de vrucht van heersers gades neuken met een stier, een
duowezen, dwaalt in het labyrint
en wordt gevoederd met maagden – tot Theseus hem vindt
aan het uiteinde van zijn draad.