woensdag 12 april 2017

100 voorwerpen 18

(gebaseerd op Neil MacGregor, Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen)

Bronzen beeldje van stier met acrobaat, Kreta (1700-1450 v.C.)

Kreta: kruispunt van handelswegen met negentig steden zo’n vier millennia geleden.
Nu ja, neem drieënhalf, om precies te zijn. Een ervan was Knossos. In hoofdstuk 19
van zijn Odyssee noemt de blinde dichter de volken die Kreta bevolkten: Achaiers en,
trots op hun oorsprong, echte Kretenzers, Kydoniërs en Doriërs, edele Pelasgen.

Wat is er van hen geworden?

Tot in Oost-Turkije en Afghanistan leidden de handelslijnen, daar werden tin en koper
aangetroffen en ontgonnen: stoffen uit de grond, nodig om brons te maken. Spits-
technologie. Maar Oost-Turkije en Afghanistan waren, vanuit Kreta bezien, overzees
en verder. Dolende navigatie, moeizame negotiatie. Boekhouden of kletteren met wapens.

Noem de legering van hun wapens.

Bronstig neemt een gestileerde stier een acrobaat op de horens, of wordt door deszelven
daarbij gevat. Onvervaard en in elk geval elegant, met achting en verachting als het ware,
lanceert de uitdager zichzelf boven het haasje van het beest, wulps en vitaal gebogen als
de holle rug van de torero die de stotende woede van zijn snuivende slachtoffer ontwijkt.

Hoor het gejuich van de arena!



Zeus – in stierengedaante – ontvoerde Europa over water, en verwekte bij haar Minos,
Kreta’s heerser. Pervers zindert het treffen tussen godstier en mensenvrouw nog lang na:
de vrucht van heersers gades neuken met een stier, een duowezen, dwaalt in het labyrint
en wordt gevoederd met maagden – tot Theseus hem vindt aan het uiteinde van zijn draad.