zaterdag 17 december 2016

driekleur 285



Behalve door de vertrouwde mezen en roodborsten, merels, koperwieken en zanglijsters, wordt de tuin door ongewone dwaalgasten bezocht. De bonte Vlaamse gaaien laten zich hier anders niet zien, maar vooral: vanochtend zat een koppel roodkeellijsters (Franse lijsters, noemde mijn vader ze, en sinds een eeuwigheid had ik er geen meer gezien) op de laagste takken van de pereboom boven het voederplekje tegen de haag. Wat later zaten ze op de grond verwoed in de rotte appels te pikken, en verjoegen opfladderend de merels. En dan verscheen er ook een kramsvogel, zeldzaam met zijn lichtgrijze kop en roestgele, zwart gestreepte borst.

Paul de Wispelaere, Tussen tuin en wereld, 210