zaterdag 10 december 2016

de herfst van 2016 - 53



Meestal plaats ik op deze blog geen persoonlijke teksten. Of toch geen al te persoonlijke. De dagboekbladzijden uit 2002 vormen daarop misschien een uitzondering, maar ach, die zijn geschreven door iemand die al veertien jaar niet meer bestaat. En bovendien is alles wat maar enigszins mijn privacy of die van een ander zou kunnen 'schaden' daaruit verwijderd en vervangen door '(...)'. Daarom geef ik aan deze archiefstukken ook de rubricering 'gecensureerd dagboek' mee. Wie ze leest, spreek ik misschien wel persoonlijk aan, maar ik heb niet het gevoel dat ik daar mijzelf op het spel zet.

Zoals ik maar al te vaak op Facebook personen hun hele zielenhuishouding te grabbel zie gooien.

Een paar dagen geleden plaatste ik, bij wijze van hoge uitzondering, wél een persoonlijk stuk. Het was er een waarin ik uiting gaf aan een somberheid die mij wel eens overvalt, ja, veel vaker eigenlijk dan ik er ‘normaal gezien’ uiting aan geef in mijn kleine, virtuele, openbaarheid. Het was een momentopname. Ik zette het in een impuls op de blog, vooral omdat ik het goedgeschreven vond. En ik dacht daarbij iets als: 'Ze mogen ook eens een zwakkere, minder beheerste kant zien.'

Meestal blijft het stil, maar dit keer kwamen er reacties. Zelfs van mensen die ik van haar noch pluimen ken of alleen van naam. Het is een hele geruststelling dat die blog geen bodemloos vat is.

De reacties waren bezorgd. Ik kreeg zelfs een diagnose: ik zou depressief zijn. Ja, daar moest ik ook aan denken toen ik het stukje achteraf nog eens herlas. En misschien is het juist. Misschien ben ik depressief. Misschien ben ik wel al mijn hele leven depressief. Of dan toch minstens latent depressief. En de laatste tijd zijn er wel nogal wat redenen om depressief te worden. Of nóg depressiever dan ik al was. Toch kan ik er voorlopig nog goed mee om. Inderdaad: het leven als voorlopige oplossing! Maar dat betekent dat er leven ís! Ja, ik leef graag. Tot nader order toch.

Hoe positief en goedbedoeld ook de reacties waren, ik neem mij voor in het vervolg wat beter op te letten. Ja, zelfs om mij eens grondig te bezinnen over de manier waarop ik omspring met deze kleine, virtuele, openbaarheid.