Een mooie prestatie, je hoort mij niet zeuren. Maar had hij het gehaald met Cancellara erbij? Wat bleef er nu nog over om te verschalken? ’t Is een koers voor een keurgroepje specialisten, kerels die bonkig en schonkig genoeg zijn om 56 kilometer, van het Bos van Wallers tot het Carrefour de l’Arbre, over die stenen (cobblestones) te dokkeren (en er de overige 200 kilometer asfalt voor lief bij te nemen). Zoveel concurrentie is er echt niet! Nu ja, het neemt niet weg dat het mooie televisie blijft: een rituele zondagnamiddag in april, het voorjaar, de late kou (of de vroege warmte, alnaargelang).
Het record van Roger De Vlaeminck wordt vandaag geëvenaard. Maar je had ook Moser en Hinault die le Gitan van zijn vijfde en zesde overwinning hielden. Herinneringen zijn er ook aan: bestofte rennerslijven die zich schrobben tussen betonnen schotten terwijl ze worden geïnterviewd door Fred De Bruyne. Toen werd er nog gereden in zwart-wit en bestonden enkel – beverig en met vele onderbrekingen – de laatste dertig of veertig kilometer van de rechtstreekse uitzending. Ik herinner mij ook een documentaire die op een buitengewone manier de sfeer weergeeft van een nog precommerciële editie, die van 1976, toen ik nog naar mijn helden opkeek. Wanneer ze aangekomen waren, sprong ik zelf op de fiets en deed hun finale nog eens over.