donderdag 19 april 2012

schrikkel 101b

Op 1 april maakte Lieven Deflandre – dat was zijn pseudoniem, of een van zijn pseudoniemen – een eind aan zijn leven. Lieven had het al langer moeilijk om te leven, daar had hij op facebook geen geheim van gemaakt. Uit zijn talrijke posts – soms schreeuwerig, soms ronduit larmoyant maar toch altijd geschreven vanuit het hart en kritisch ten aanzien van de samenleving waarin hij zich niet thuis voelde – kon iedereen die over een basiskennis psychologie beschikte de diagnose ‘manisch-depressief’ afleiden. Zeggen dat zijn zelfdoding – Lieven zelf had het over euthanasie – aangekondigd was, is misschien overdreven, maar echt een verrassing was het uiteindelijk toch niet.

Lieven Deflandre was inderdaad voor mij wat je ‘een facebookvriend’ noemt. Zo iemand die je niet in werkelijkheid kent maar aan wie je toch ‘een vriendschapsverzoek’ kunt sturen, of er een ‘aanvaarden’ – en je kunt hem ook ‘ontvrienden’ of je kunt door hem ‘ontvriend’ worden: dat kan allemaal op facebook.

Ook facebookvrienden kunnen sterven. Dat hebben we nu dus ondervonden. (Ik schrijf ‘we’ want S. ‘kende’ Lieven Deflandre ook.) Normaal gezien heeft dat geen impact op je eigen leven, zou je denken. Je gaat niet naar de begrafenis, stuurt geen condoléances (naar wie zou je die moeten sturen?), neemt geen rouwperiode in acht. Je voelt geen écht verdriet zoals je dat voelt als iemand gaat die jou in de ogen heeft gekeken, iemand wiens warmte je hebt gevoeld, iemand die een treffend woord tot jou heeft gericht.

Toch hebben we er niet aan getwijfeld dat het zinvol was om naar de herdenkingsavond voor Lieven Deflandre te gaan – en al vlug bleek dat we niet als enige ‘facebookvrienden’ deze afweging hadden gemaakt: nogal wat mensen stonden daar een beetje alleen en verweesd naar de Deflandre-parafernalia te kijken die door Lievens broers en zussen waren samengebracht en uitgestald en die merkwaardig goed samenvielen met het beeld dat we ons door middel van onze facebook-‘contacten’ van hem hadden gevormd. Want die contacten waren er geweest: verscheidene keren hadden we gereageerd op zijn posts – en zo had ook Lieven een paar keer een teken van leven gegeven op onze eigen facebookpagina. Het is ten andere op basis van die ‘contacten’ dat we affiniteit hadden gevoeld – en de herinnering aan die affiniteit was voldoende levendig om een aanwezigheid op een dergelijke herdenkingsavond zinvol te vinden.

We hoorden een paar aangrijpende getuigenissen, er werden teksten van Lieven voorgelezen, en we hoorden muziek die Lieven blijkbaar na aan het hart heeft gelegen, onder meer een door Estrella Morente gezongen buleria. Lieven had iets met Spanje, hij noemde zijn muze ‘Dolores’.

En we spraken even met Koen, een van Lievens broers: dat was een heldere, eerlijke ontmoeting, die indruk op ons maakte. Hij was blij dat we er waren: voor Lieven had facebook veel betekend.

Het ga je goed, Lieven. We zijn blij dat we jou – ook al was het virtueel – even hebben ‘gekend’.