dinsdag 20 september 2011

Karamazov 28

XI.7.
Ivan brengt een tweede bezoek aan Smerdjakov. Die is hersteld. Zijn brilletje irriteert Ivan. Dit herinnert aan de ring van de commissaris: Dostojevski laat gevoelens katalyseren door onbeduidende objecten. Smerdjakov ontvangt Ivan hoogst onvriendelijk. Ivan beschuldigt Smerdjakov van chantage. Smerdjakov heeft hem de vorige keer bij het afscheid nemen gezegd dat hij tegen de politie niet alles zou zeggen over het gesprek dat hij met Ivan heeft gevoerd, toen hij onder meer vertelde dat hij epilepsie kan simuleren. Smerdjakov verwijt Ivan dat hij wist dat zijn vader zou worden vermoord en niettemin vertrokken is. Volgens Smerdjakov zou Ivan zelfs de dood van zijn vader gewenst hebben. Het motief zou zijn dat indien Fjodor met Groesjenka zou trouwen, de zonen zouden kunnen fluiten naar de erfenis. Smerdjakov zet dus Ivan onder druk om op het proces niets tegen hem in te brengen: anders doet hij hetzelfde met Ivan en zal Ivans goede naam besmeurd zijn, ook al is hij onschuldig. Ivan gaat naar Katerina en vertelt daar het hele gesprek met Smerdjakov na. Hij beseft dat als hij Smerdjakov tot de moord op Fjodor heeft aangezet, hij medeschuldig is. Katerina geeft Ivan het document dat Ivan later ten overstaan van Aljosja het ‘mathematische bewijs’ zal noemen van Dmitri’s schuld (XI.5.). Dmitri schreef het document, ‘dat nog ernstige consequenties voor hem zou hebben’ – Dostojevski laat in zijn kaarten kijken, in dronken toestand. Ivan begint Dmitri te haten. Niet omdat Katerina in haar liefde voor Dmitri terugvallen heeft (ten nadele van Ivan), maar omdat Dmitri ‘zijn vader had vermoord!’. Toch investeert hij dertigduizend roebel in een vluchtplan voor Dmitri – wellicht om zich in de ogen van Smerdjakov wit te wassen: een veroordeling van Dmitri zou Ivan goed uitkomen omdat hij dan nog meer zou erven van zijn vader.

XI.8.
Op weg naar zijn derde bezoek aan Smerdjakov duwt Ivan een dronkaard omver die een liedje zong dat hem, Ivan, eraan herinnert dat hij hem naar Moskou is gesmeerd. Hoewel de dronkaard zal doodvriezen, laat Ivan hem liggen. Smerdjakov is zwaar ziek. Maar Smerdjakov vindt dat Ivan er ook ziek uitziet – op den duur is iedereen in dit verhaal ziek! Smerdjakov geeft toe dat Katerina Ivanovna bij hem is geweest. Smerdjakov zegt hooghartig tot Ivan dat hij, Ivan, zich geen zorgen hoeft te maken want hij heeft het toch niet gedaan? Ivan voelt opeens angst, ‘hij moest opeens aan Aljosja denken’. Dan zegt Smerdjakov dat hij als instrument van Ivan de moord heeft uitgevoerd. En hij haalt drieduizend roebel uit zijn kous. Ivan eist nu dat Smerdjakov alles vertelt, in alle details. ‘Details, daar gaat het om, details.’ Smerdjakov vertelt hoe hij Fjodor heeft vermoord, hoe hij de drieduizend roebel heeft verborgen en hoe hij wist dat Dmitri de hoofdverdachte zou worden aangezien die eerder Grigori buiten westen had geslagen. Smerdjakov vond het veroorloofd dat allemaal te doen omdat Ivan hem had geleerd dat ‘alles geoorloofd’ is aangezien er ‘geen oneindige God’ is. Wanneer Ivan vertrekt, vraagt Smerdjakov nog een keer de roebelbiljetten te mogen zien. Op weg naar huis struikelt Ivan over de dronkaard, die daar nog ligt dood te vriezen. Hij raapt hem op en is trots op zichzelf. Thuis slaat zijn stemming om. Hij ergert zich aan een voorwerp – er wordt niet gezegd welk voorwerp.