Hij maakte in het appartement geen licht en liep meteen naar de kamer waar een grote metalen archiefkast stond, bruin, lelijk en log, loodzwaar – gekocht bij de Gebroeders Waterloo schuin tegenover, toen zij daar nog een uitdragerij hadden en nog niet met hun grote zwart, geel en rood geschilderde marktwagens overal in de noordelijke provinciën Belgische frieten gingen verkopen: ‘Belg of niet! Eet de drie gebroeders Jan, Harry en Milano Waterloo zijn fijne verse Vlaamse friet.’
Marc Reugebrink, Menens, 200