Van gisteren wil ik onthouden dat ik Herman Van Molle op de radio Paul Léautaud hoorde citeren: het is beter zich een leven lang te verdiepen in het werk van enkele auteurs, stemmen die aansluiten bij je innerlijke ‘oor’, dan zich steeds opnieuw te schikken naar de waan van de dag. Ik neem mij voor bij mezelf de oefening te maken wie dan wel ‘mijn’ auteurs zouden zijn. Ook het criterium dat als iets na vijftig jaar in de boekhandel ligt, het dan wel degelijk zal zijn, lijkt mij behartenswaardig. Maar van gisteren wil ik vooral de herinnering koesteren aan de reconstructie in het Musée Matisse in Le Cateau-le Cambresis van het door Matisse aangeklede eetkamertje van de Griekse kunstcriticus Tériade en wil ik ook onthouden hoe een vriendelijk windvlaagje een lichte nevel, afkomstig van de fontein in de tuin van dat museum, in onze richting duwde en op ons liet neerkomen – enkele prikjes van een opvallend frissere materie – terwijl we daar op het gras in de zon lagen te bekomen van die tweede Picon die er een te veel was.
Vandaag ga ik met mijn moeder naar de dokter en moet ik een debuutbundel recenseren.