dinsdag 31 mei 2011

mijn woordenboek 325

ANTIGLOBALISME / ANTIKAPITALISME / ANTIMILITARISME

Ik hoor Theo Maassen in zijn show Tegen beter weten in (2006) het volgende gedachte-experimentje opzetten: vervang in onze wereld het woord ‘reclame’ door het woord ‘propaganda’, dan worden ineens de contouren van een totalitair systeem zichtbaar. En dan denk ik, zolang er mensen zijn die dit zeggen, zolang er nog mensen zijn die de contouren kunnen zien en aan anderen tonen, is het totalitarisme van het economische systeem waarin het ons vergund is, waarin we gedoemd zijn (schrappen wat niet past), te leven, nog niet… totaal. Het is bijgevolg een vorm van denkluiheid (defaitisme) ervan uit te gaan dat het wel al zo zou zijn. Maar het volstaat niettemin om eens goed uit je doppen te kijken om vast te stellen dat we aardig in de buurt komen.

Je merkt het aan kleine, schijnbaar onbeduidende dingetjes. Ja, het globalisme – laten we het nu gemakshalve maar even zo noemen – is al zo totaal dat het ook al, zoals een kwaadaardige bacterie of een radioactief bestanddeel, uiteraard cancerogeen, tot in de kleine, schijnbaar onbeduidende dingetjes is doorgedrongen. Neem dat bericht, vorige week in de krant: ‘Laatste café in Bikschote sluit de deuren’. De Standaard nam het over en maakte er een reportage over onder de titel: ‘Vanaf nu iedereen achter zijn eigen deur’.

Het voorbeeld is instructief omdat het aantoont dat de economische logica, op basis waarvan je vandaag goed gek moet zijn om in een boerendorp nog een café open te houden, tot in onze diepste vezels, onze moraliteit, de aangelegenheden die onze menselijkheid aangaan is doorgedrongen. Het hele sociale weefsel van dat dorp valt stil, iedereen wordt nog eenzelviger en eenkenniger, de vereenzaming wordt geïnstitutionaliseerd. En waarom gaan die dorpscafés dicht? In dit geval omdat de uitbaters te oud zijn geworden, maar ik vermoed dat het rookverbod, een uiting van de geglobaliseerde zuiverheidswaan en gezondheidsterreur, daar ook voor iets tussenzit. Geen cancerogene sigaretten, oké, maar men moet goed weten dat het alternatief voor die ouwe peten die daar al heel hun leven in dat café zitten te paffen, de depressie is die het gevolg zal zijn van het elkaar niet meer zien en het niet meer op elkaar kunnen kankeren.

Zelf rook ik al een paar jaar niet meer maar ik word ziek van de kortzichtigheid waarmee men mensen hun kleine troost ontzegt en systematisch eropuit lijkt te zijn elk contact tussen mensen af te breken. Maar ik zit mij op te winden en wijk af.

Ik heb het over globalisme, kapitalisme en militarisme. Ik neem ze voor het gemak samen omdat, zoals we allemaal maar al te goed weten, ze in grote mate synoniem zijn. Het ‘militair-industrieel complex’ is een erkende filosofische categorie om de wereld te beschrijven. De meeste oorlogen zijn economische oorlogen. Ze laten ons zien waartoe een mens in staat is als hij zich enkel door economische wetmatigheden laat leiden. Hebzucht is sterker dan mededogen. Het globalisme, waarvan de logica het kapitalisme is en de methode het militarisme, is een tentaculair monster dat de hele wereld omvat en alle eigenheden kapotmaakt. De geschiedenis loopt ten einde. Ook in Bikschote.

Ik heb er niet veel over te zeggen. Ik mis de recul. Als ik ‘anti’ het ene ben, moet ik ook ‘anti’ het andere zijn: er is geen buiten. En ja, wat betekent het ‘anti’ te zijn als er geen buiten meer is? Dat is eigenlijk te gemakkelijk; je kunt trouwens niet anders dan meedoen. Ja, zwijgen, dat kan nog. Zwijgen, dat staat er misschien nog buiten. Stil op jezelf terugplooien, spaarzaam zijn, en vreedzaam. Elk achter zijn eigen deur. Elk zijn eigen underground. Subversief achter de tv naar Theo Maassen zitten kijken.