Van gisteren wil ik onthouden hoe we het schip van de monumentale Romaanse abbatiale kerk van Bernay betraden via de Oost-Europees ogende gemeentelijke feestzaal, dat we uit de kloostertuin van Le Bec-Hellouin een ontkiemde wildekastanjenoot meenamen om thuis te planten en in het park van Jumièges wilde bloemen determineerden, dat we ter hoogte van Duinkerke ei zo na zonder diesel kwamen te staan, dat S. verkeerdelijk dacht dat iemand in de Auchamp haar portefeuille gestolen had en dat C. ons toevertrouwde dat ze ‘iets stoms’ heeft gedaan: ‘Sedert ik heb gezegd dat het soms lastig is om eenzaam te zijn, doet iedereen al het mogelijke om ervoor te zorgen dat ik niet alleen ben.’
Vandaag wandelen we eerst even tot aan de zee en rijden we naar Brugge. Vanavond komen G. en T. eten, waarna we J. ophalen in Westouter om vervolgens in Dranouter naar het optreden te gaan van Bloedend Hart.