In Brussel, van zoveel entiteiten de hoofdstad, staat een monument dat niet, zoals vele andere monumenten betrachten, ontzag opwekt, en eerbied, en trots – maar wel een dat, integendeel, toch ook altijd een beetje op de lachspieren werkt. Het Atomium, het n-miljoen keer uitvergrote ijzeratoom, staat daar op de Heizelvlakte een aandenken te wezen aan een inmiddels teloorgegaan vooruitgangsoptimisme. En bij gebrek aan beter is het zowat het nationale symbool geworden van dit rare land – zoals de Fransen hun Eiffeltoren hebben, de Denen hun meermin, de Amerikanen hun Vrijheidsbeeld.
Deze foto vertelt iets over mijn dubbelzinnige, halfslachtige, halfhartige verhouding tot mijn vaderland. Waarmee ik bedoel: het land waar ik geboren ben. Het nog maar net genoveerde Atomium heeft meer van een ruimteschip dan van een nationaal monument. En tegen het haagje op de voorgrond wordt massaal wildgeplast. De onscherpte van de foto staat in deze context voor patriottische onduidelijkheid.
Kijk hier voor een eerste beschouwing bij deze foto.