zondag 27 juni 2010

terugblik 42 (659/1000)

Ik vind dit een van de beste foto’s die ik al heb gemaakt. Hij zegt iets over mijn fotografie, over hoe ik fotografeer en over wat ik van fotografie denk. Want dat doe ik, steeds meer. Dat draagt ertoe bij dat ik met recht en reden datgene wat ik creëer ‘mijn fotografie’ mag noemen.

Hoe je het draait of keert, in dat bezittelijk voornaamwoord zit toch wel de crux, de kern van de zaak. Want ik maak niet uw fotografie, of die van Edouard Boubat, maar de mijne. En dat kan alleen maar als zij een eigen signatuur heeft en daardoor voldoende verschilt van andere fotografieën opdat u haar zou kunnen herkennen. Om dat te bereiken is het nodig dat erover wordt nagedacht.

Wat die signatuur dan precies zou kunnen zijn, kan ik alleen met weer andere foto’s zeggen. Andere foto’s, die deze signatuur verfijnen, verduidelijken, verder uitdiepen.

Een van de redenen waarom ik deze Atomiumfoto goed vind, is omdat hij zijn onderwerp, dat iedereen wel zal kennen, transformeert. Door een aantal technische kenmerken – het zwart-wit, de beeldonscherpte, de compositie en daarin de gelijke verdeling van de nadruk over de vlakken, die er alle toe doen – wordt dat onderwerp, het verlichte Atomium, iets anders. Wat precies, zeg ik liever niet om uw ervaring niet al te veel te sturen. Ik beperk mij ertoe te stellen dat het onderwerp van de foto meer een sfeer wordt, meer een impressie dan het feitelijke gebouw zelf, dat al oneindig veel keren, maar dan op een eenduidigere manier, het voorwerp heeft gevormd van een qua signatuur minder interessante fotografie. En op die manier gaat deze foto, veel meer dan over het Atomium, over het omzeilen van het cliché.

Wie van een iconisch beeld – een beroemd gebouw zoals de Eiffeltoren of de piramide van Cheops, of een beroemd landschap zoals de Niagarawatervallen, of een beroemde mens zoals Eddy Merckx – een interessante foto wil maken, moet er zijn eigen signatuur aan weten te geven (waarover dient te zijn nagedacht) en zal bovendien ervaren dat hij ook het omzeilen van het cliché zelf zal moeten thematiseren. In zo’n foto moet zichtbaar zijn dat er een besef was van de slijtage waaraan het iconische beeld onderhevig is; er zal duidelijk moeten blijken dat er een poging werd ondernomen zijn om deze slijtage ongedaan te maken.