maandag 13 september 2010

mijn woordenboek 279

ALLIANTIE

Wie een bondgenootschap wil sluiten, moet eerst door een moment van kwetsbaarheid. Hij moet niet alleen inzien dat hij alleen, op eigen kracht, niet bij machte is om zijn doel te bereiken, hij moet daar ook openlijk voor uitkomen. Daarbij komt hij in het vizier. Zowel van diegene met wie hij het bondgenootschap wil sluiten, als van derden. Heel even, in het aan het bondgenootschap voorafgaande moment van negociatie, wordt zijn zwakte zichtbaar: zolang de vennoot, de partner in crime, de kompaan, de echt- of bondgenoot – die altijd ook een lotgenoot is – niet ook de voordelen van het samenwerkingsverband heeft ingezien en in de voorwaarden tot samenwerking heeft ingestemd, is het voor alle betrokkenen en getuigen akelig duidelijk dat de alliantiesollicitant openlijk toegeeft dat hij het alleen niet redden kan.

De fase van de negociatie wordt vaak onderschat, heb ik de indruk. Als het leven een rivier is waarop wij ons met ons bootje stroomafwaarts laten meevoeren – ik geef toe, ’t is niet bepaald een originele of vernieuwende vergelijking – dan is een dergelijke fase een stroomversnelling. Waar doorgaans het rustige kabbelen overheerst – gewoonte, herhaling, routine en verveling doen hun efficiënte werk –, kunnen we in die stroomversnellingen onmogelijk alle mogelijke uitkomsten overzien. We moeten heel snel keuzes maken – ja, eigenlijk beseffen we op het moment zelf dat we op geluk, chance, moeten rekenen. En we beseffen bovendien – hoeveel besef zit er niet in zo’n moment! – dat het maar goed is dat we niet alles kunnen overzien omdat we anders nooit een keuze zouden kúnnen maken.

Allianties worden in dat soort stroomversnellingsituaties afgesloten. Er is altijd een grote mate van onoverzichtelijkheid mee gemoeid, er is vertrouwen nodig. En wie vertrouwen zegt, zegt: de mogelijkheid om bedrogen uit te komen.

Als dan uiteindelijk de alliantie wordt gesmeed, moet in de vormgeving – die er altijd moet zijn, en er moet veel zorg aan worden besteed! – op rituele wijze die mogelijkheid van bedrog worden genegeerd. Met een zekere ironie of wijsheid moet worden gedaan alsof de overgave enkel een positief resultaat kan genereren.