woensdag 22 september 2010

mijn woordenboek 280

ALLITERATIE

De Zingende Zaag, da’s wel een van de meest tintelende titels die ik heb mogen leren smaken, al was Het Spaanse spook ook niet te versmaden. Maar starre stafrijmen verraden een zwakte. Een blik op de inventaris van Suske en Wiske-titels illustreert wat ik zeggen wil: De woelige Wadden, De sputterende spuiter of Knokken in Knossos zijn nu niet wat je noemt hoogstandjes van inventiviteit. Ik heb het meer voor stripauteurs die titels verzinnen als Het geheim van Bakkendoen, De wraak van Matsuoka of De draak van Halfzeven. Ja, vooral die laatste is heerlijk! Toch deed Marc Sleen toegevingen aan de door Vandersteen gesette trend. Met De matras van Madras bijvoorbeeld, al lijkt het mij waarschijnlijk dat die titelkeuze niet gespeend is van de Sleen kenmerkende spotzieke ironie. Gewaag gerust van een perfide persiflage. Wat je niet kunt zeggen van de Jommeke-albums want een titel als Purpere pillen is wat hij is, een flauwe, om niet te zeggen obligate, onderschrijving van het stafrijmstramien. Jef Nys heeft zich daar dan ook niet al te vaak aan bezondigd. Album 111 – een nummer met een hoog alliteratiegehalte – heet nog De olijke oliemannen (Vandersteen had Olijke olifanten in de aanbieding), en er is ook nog een Kwistig kwissen en een Stefanie Stekkebeen (had ik nog nooit van gehoord, het is dan ook al album 200). Maar het is op de Jommeke-albumslijst van Wikipedia zoeken naar allitererende titels – zodanig zelfs dat je kunt vermoeden dat Nys het allitereren heeft verméden. Wellicht omdat volgens hem Vandersteen er een patent op had. En gelukkig maar, want anders had hij – in omgekeerde chronologische volgorde – nooit schitterende titels kunnen bedenken als: De geniale malloten, Het zingende moeras, De valse papegaai, De verdwaalde vuurtoren, Het probleem van Jeff Klaxon, De bedrogen miljonair, Jommeke in Bobbejaanland, Neuzen bij de vleet (bij dit album 36 kom ik op bekend terrrein), Het verkeerde land en, de allermooiste en tevens eerste: De jacht op een voetbal – al zal ik moeten toegeven dat de reden waarom ik dat een mooie titel vind niet van taalkundige aard is maar alles te maken heeft met nostalgie.