Kwart voor acht, we kijken toe hoe de zon het terrein inneemt. Na het ontbijt, steviger dan gisteren, opnieuw de fiets op. S rijdt tegen de wijzers in, ik met de wijzers mee langs Le Clapier. Aan de boom bij het begin van de weg naar de camping zie ik gieren een kudde schapen belagen. Ik ren de weide op om te interveniëren maar het zijn geen schapen: de bruine vlek die ik voor een kudde schapen had gehouden, blijkt uit niets dan gieren te bestaan. Het zijn er zeker dertig. Door mijn geroep vliegen er een paar op. Dat geeft wel wat geklapwiek, hoor, met zo’n vleugelwijdte van meer dan twee meter… De gieren cirkelen boven mij. Ik ben er niet gerust op en verlaat met stille trom het terrein, laat de gieren bij hun karkas.
In de beklimming naar Montagnol rijd ik bijna een buizerd aan die uit de berm opvliegt. Wat verderop kruis ik S. Boven in Montagnol stuur ik een sms naar J: dat ik gesluierd als een bedoeïen door de hitte fiets. In Fondamente zit ik alweer door mijn beste krachten heen. Een halve liter ijskoude cola, het bronwater dat ginds gratis en voor niets uit de muur stroomt, mét de aanbeveling ‘Qui tant me boit, bien se porte’, en de miraculeuze technische réussite dat mijn ketting toch ineens naar het kleinste voorblad wil, wat hij al de hele tijd niet heeft willen doen, maken dat ik relatief gemakkelijk de laatste klim op geraak. Al even miraculeus is dat S, uit de tegenovergestelde richting komend, precies op hetzelfde ogenblik aankomt bij de wegwijzer aan het begin van het weggetje dat langs de boom naar de camping leidt. Grappig is, dat we aan die coïncidentie nauwelijks aandacht besteden – als betrof het een vanzelfsprekendheid.
We eten magret de canard met linzen. Daarna is het: rusten en lezen. Ik lees Joyces Dubliners.
[…]
Bij de koffie haalt S herinneringen op aan een treurige ervaring met […]. ‘Ik ben in de douche in tranen uitgebarsten. Ik zat op de vloer en liet het water over me heen stromen.’
F, J, R en R’s vriendin komen aperitieven. Kijk, nu ken ik nóg haar naam niet. Ze is een studie Kunstgeschiedenis aan het voltooien met een onderzoek naar het verband tussen West-Afrikaanse en Koreaanse textielen en de plaatselijke muziekvormen. […] Het gesprek gaat verder nog over de fauna die je hier kunt aantreffen, over andere plezierige campings in Frankrijk en over de bezienswaardigheden in Parijs. […] […] restjes (couscous met boontjes en linzen) en lezen c.q. schrijven. Straks vallen de sterren en mogen we vanalles wensen. Zo gaat het ook. […] Ik zie eerst een komeet met veel vertoon van staartstof de dampkring in suizen en daarna, wanneer S zich al in haar slaapzak heeft gewurmd, nog vier of vijf smalle en veel te vlugge lichtstreepjes.