woensdag 9 september 2009

reactie

Dag Pascal,
Bedankt dat je het interview met de overleden dichteres op je blog plaatste. Zo kreeg haar dood toch nog een beetje belangstelling …
Hierbij een gedicht dat ze schreef naar aanleiding van het overlijden van Kira, een jonge moeder met twee kinderen.
De herfstsfeer met zijn overvloed sprak me aan, evenals de wijze waarop ze het samengaan van leven en dood weergeeft.
Ergerlijk toch hoe iemand die dergelijke poëzie schreef en de Prijs der Nederlandse Letteren kreeg, hier zo genegeerd wordt!
Vriendelijke groeten
Christiane

Vijfde grafdicht voor Kira van Kasteel

Al wat de moestuin gunt, de groenten van het jaar;
het boerenhof, de boter, room en schuimige melk;
de herfstelijke boomaard peer- en appelzwaar;
’t fijn kruid uit wei en tuin, uit ’t bosch de kantharel;

En al wat vergenoegt, de koperen krulchrysant,
de druif der wijngaarden, de versche ruwe noot,
het wordt mij rijkelijk gestapeld in den schoot,
en om gemeenzaam smaken mede in de hand

van hem die alles deelt met mij: ’t diep ledikant
waarin het warme vleesch met zachtheid wordt gevoeld,
’t verlangde avondboek, de wandeling die verkoelt;
’t wordt mij geschonken in de sterfelijke hand.

Uw hand is echter leeg, en wordt alleen bezwaard
door aarde die uit u haar vruchtbaarheid vergaart.

(uit ‘Gedichten’, 1958)

@Christiane

Dag Christiane,
Mevrouw D'haen heeft zelf gekozen voor een afscheid in alle intimiteit. Dat het nieuws van haar dood uitlekte voor ze begraven werd (deze namiddag), was zeker niet haar wil. De weinige publiciteit die haar overlijden gekregen heeft, zou zij zelf zeker nog te veel gevonden hebben.
Zelf vind ik dat overdreven, maar wat ik vind doet er niet toe.
Bedankt voor het gedicht!
Vriendelijke groet,
P.