Chroomeczeem
Dansende figuurtjes op het voorplat kondigen het al aan: het universum van Saskia van Leendert (1972) valt uiteen in de polen rust en onrust. Maar de onrust overheerst en daarom is voor haar het nec plus ultra: een plek waar je even kunt toeven, tot rust en op adem komen, blijven. Zoals de slotregels van het gedicht ‘As’ het aangeven: ‘het was die dag in mei waar handen handen / beroerden, zachte huid ontbrandde in // mijn keel de adem stokte en jouw lach / naar binnen drong op zoek naar plaatsen waar // je blijven kon.’
Er is zelfs een heel gedicht aan gewijd, aan dat concept van opperste zaligheid. Het heet: ‘Een plek om te blijven’ en het gaat zo:
Hier wil ik mijn hoofd leggen
in de najaarszon die mij
langzaam draait
in haar richting
waar zij
als een deken
mij toedekt
zonder vragen
naar het waarom
en uren dagen weken
liefdesliedjes zingt.
Maar helaas, u voelt het al komen: de rust in dit Eden wordt verstoord, de bewoners van het paradijs worden verjaagd. En niet zozeer door een externe calamiteit of een eigen stommiteit, maar gewoon omdat de hang naar onrust hun ingebakken is, zoals het motto van Saskia van Leenderts debuutbundel Hoe zij mij leest suggereert:
Met alles om me heen
op de plaats van bestemming
verlang ik naar een speling van het lot
Nuja, ik weet eigenlijk niet of het een motto is. De drie regels, waarschijnlijk van Saskia van Leendert zelf want er staat geen andere auteursnaam onder, gaan aan alle getitelde gedichten vooraf, aan de bundel dus, en zouden dus als een motto kunnen functioneren.
En dan zegt dit motto: na de verlangde en verkregen rust, is onrust mijn nieuw verlangen.
Die gedachte, hoe waar en relevant ook als uiting nopens de menselijke bestaansconditie, levert nog geen sterke verzen op – zoals hierboven al is geïllustreerd. Een enkele keer lukt het Van Leendert wel, uitgerekend in het gedicht ‘Allergie’, waar ze haar weinig avontuurlijke versjes inruilt voor een werkelijk gedurfd taalspelletje:
Mijn atopische constitutie
veroorzaakt hooikoorts
urticaria en astma bronchiale.
Rhinitis, conjunctivitis
gastro enteritis, spastisch colon
dyspepsie en eczeem
krijg ik van aardbeien, pinda’s
gluten, kunststoffen, chroom
pollen, huisstofmijt
en behaarde wezens
zoals jij.
Maar meestal komt deze debutante niet verder dan onmature verzen zonder poëtische meerwaarde, zonder schoonheid. Zij maakt niet waar wat ze in het poëticale gedicht ‘Woorden’ aankondigt: ‘tweedehands[e]’ woorden ‘opnieuw rangschikken’ en ‘herformuleren’ ‘tot de taal eruit ziet als nieuw’.
Of zou ze dan toch in het geciteerde vers ‘het was die dag in mei waar handen handen’ bewust de klank van de maandnaam zijn dubbele werk hebben laten doen: in mei/in mij?
Saskia van Leendert
Hoe zij mij leest
Free Musketeers, Zoetermeer, 2009
57 p./ € 14,95
Deze recensie verscheen in Poëziekrant 2009/4