zondag 12 juni 2005
59 * 27,50 * 1021
We vertrekken een halfuur vroeger want het is de bedoeling dat er tot in Nieuwpoort wordt gefietst; heen en terug, dat maakt een honderd kilometer. Ik maak een praatje met K, over fietstochten met de vrienden in een ver verleden, en dan met J, over F, die met Tipex stijgingspercentagepijltjes op de kaart uitwiste om zijn medefietsers tijdens een uitstap in Frankrijk niet al te zeer te ontmoedigen. Ter hoogte van Leffinge rijdt de minister lek, hij laat zich voor het wisselen van de binnenband gewillig bijstaan. K pompt en passant ook nog eens de andere band op. Ondertussen vliegt boven het kanaal van Oudenburg naar Nieuwpoort naast ons een reiger voorbij, heel langzaam en statig. Ik stel vast dat de omschrijving ‘S-vormige hals’ voor deze vogel enkel opgaat als hij van links naar rechts voorbijvliegt. Na elke opwaartse vleugelslag verliest de reiger een paar tientallen centimeter hoogte, die hij bij elke neerwaartse vleugelslag, waarbij hij zich op de lucht onder zich afduwt, terugwint. Na een kilometer of dertig zet ik mij aan de kop en blijf daar tot in Diksmuide. Daar breekt, gelukkig terwijl we stilstaan voor een rood licht, mijn zadel. Bij de plaatselijke fietsenmaker is er geen leven te bespeuren. Zelfs de kwalijke honden, die met een tegen het hek gespijkerd bordje worden aangekondigd, zijn niet thuis. Ik bel naar huis, sommeer de wielervrienden hun tocht voort te zetten en wacht drie kwartier op de Grote Markt van Diksmuide, voor het stadhuis met de geel-blauw geschilderde luiken, tot ik word opgehaald.