dinsdag 21 juni 2005

34 * 28,13 * 1244

Kan het dat ik een van de vissers langs de Damse Vaart een boek zie openslaan? Neen, het is zijn brillendoos – ten andere, hoe zou een visser kunnen lezen als hij voortdurend zijn dobber in de gaten moet houden. Met bewondering zie ik hoe het avondlicht op de schuine populierenrij tussen Damme en de Siphon valt. In Oostkerke ligt er zand op de straat. Langs de Krinkeldijk hoor ik in een van de bomen een grote vogel met zijn vleugels klepperen. Aan het keerpunt in Hoeke staat de teller op 27 gemiddeld, ik neem mij voor om niet onder de 28 van mijn fiets te stappen en drijf mijn tempo dus wat op. Op het kanaal zie ik twee futengezinnen – de wereld zal alvast dit jaar niet vergaan. Er zwemmen ook mensen in het water. Uit de Siphon, het restaurant op die plaats (waar Damse Vaart en het dubbele afwateringskanaal elkaar kruisen), waait een geur van gebakken vlees mij in de neus. Het wegdek van de baan van Damme naar Lapscheure is afgeschraapt. Bij het begin van de Pijpeweg zie ik een gsm-ende amazone. Ik bedoel: een vrouwelijke ruiter, een vrouw op een paard dus, die telefoneert. Draadloos. Nooit eerder zag ik een gsm-ende amazone: dit is een nieuwe ervaring. De onlangs omgehakte populierenrijen langs beide zijden van de Pijpeweg zijn vervangen door jonge bomen. Aan elk boompje hangt een label met daarop een klein Vlaams leeuwtje. Ik moet nog een rondje extra maken om het vooropgestelde gemiddelde te halen – en ik haal het. In de Moerkerkesteenweg, vlak bij huis, steekt een man met een hoge stapel reclamekranten in zijn armen de straat over. Terwijl ik vogelvrij fiets moet hij pulp bussen.