zaterdag 28 mei 2005

22 * 28,14 * 846

Hoewel het al later is dan zeven uur, is het zeker nog minstens 25 graden warm. Er hangt weinig zuurstof in de lucht, te weinig. Op het Zuidervaartje baant een meerkoet zich een weg tussen de algen – zoveel heb ik er daar nooit eerder gezien. Er staat veel wind, daarom doe ik enkele keren het basisrondje. Wind achter: buitenblad; wind voor: binnenblad. Het verschil in snelheid tussen wind in het voordeel en wind in het nadeel loopt op tot 8 per uur. Ik zie ruiters, ik zie paarden in de wei, een veulen dat achtjes loopt tussen merries. Ik zie een veld met alleen maar boterbloemen tussen het gras en ik zie een veld met alleen maar madeliefjes tussen het gras. Dat laatste veld is een voetbalveld. Op de penaltystip ligt, naast twee op de grond liggende fietsen, een koppeltje te vrijen. Op mijn terugweg door de sjieke wijk van de Bisschopsdreef zie ik, op z’n damesfiets, Ignace Masson, mijn geschiedenisleraar van op het college. Ik moet denken aan het interview in de Knack met Jo Tollebeek (die mij ooit in Leuven nog zeer genereus al zijn notities liet kopiëren van lessen die ik had overgeslagen) over historisch besef bij jongeren (naar aanleiding van de geschiedenishype op tv met allerlei dwaze verkiezingen van Grootste Belg en Grootste Nederlander en wat is het niet allemaal) – en ik denk: als ik ooit ergens historisch besef heb opgedaan, dan zeker niet bij Ignace Masson. Die man bracht mij in een heel jaar lang twee uur per week lesgeven evenveel enthousiasme bij voor geschiedenis als een vluchtige verveelde blik op een Egyptische potscherf in een veel te warm museum van Egyptische potscherven zou hebben gedaan, gesteld dat ik het ooit in mijn hoofd zou halen een dergelijk museum te bezoeken.