‘Ze wilde dat ze iets schitterends had gemaakt, iets wat zelfs schitterend zou zijn voor hen die niet van haar houden.’
Laura Brown, een van de drie vrouwen in Michael Cunninghams De uren, raakt met een van haar gedachten de essentie van wat het betekent kunstenaar te zijn, kunstenaar te willen zijn: iets maken dat bij de waarnemer niet de appreciatie van een geliefde persoon nodig heeft om te worden gewaardeerd. Want zo gaat het vaak: wij laten ons in onze oordelen gemakkelijk sturen door wat anderen denken. En wij laten ons veel gemakkelijker sturen door wie wij, als persoon, waarderen dan door wie ons onverschillig is of door wie wij haten. Dat betekent dat het oordeel van anderen ons kan misleiden, en dat ons oordeel daardoor niet objectief genoeg is. Kunst is: datgene wat we mooi kunnen vinden zonder dat we in dat mooi vinden de liefde of erkenning van een ander zoeken.
En het mooie is natuurlijk dat Laura Brown, een doodgewone huisvrouw, deze gedachte ontwikkelt na een mislukte taart in de vuilnisbak te hebben gekieperd.