In deze rubriek heb ik het over door mij gelezen of in mijn bezit zijnde boeken waar een verhaal aan vasthangt of die iets bijzonders voor mij betekenen.
oktober 1983
HET BOEK EN DE FILM
Ik weet zeker dat ik John Hustons The Dead zag nadat ik het verhaal van Joyce een eerste keer had gelezen. De verfilming van dat verhaal dateert namelijk van 1987, vier jaar nadat ik voor het eerst – in de vertaling van Rein Bloem – ‘De doden’ las, het slotverhaal van de bundel Dubliners (1914). Met The Dead nam John Huston, zeer toepasselijk, afscheid van het leven want hij stierf kort na het voltooien ervan. Zijn film werd postuum gereleased.
Ik bezit, behalve het originele Engels in een Penguin-bloemlezing, de tweede (1971) en derde (1978) druk van de Nederlandse vertaling van Dubliners. In mijn – ongebruikte – exemplaar van de tweede druk steekt een flyer van een Brugse bioscoopvereniging die zich destijds ‘trefpunt der cinéfielen’ (sic) noemde. Het feit dat ik die flyer heb bewaard, doet mij vermoeden dat ik op ‘donderdag 17 november 1988’ aanwezig was op de vertoning van ‘the dead’, zoals de flyer kapitaalloos vermeldt. Ik kon toen dus Hustons verbeelding aan mijn leeservaring toetsen. Veel later, maar ik kan niet meer traceren wanneer maar het moet al een eind in het volgende millennium zijn geweest, zag ik de film een tweede keer.
Ik herinner mij dat ik, zeker de tweede keer dat ik hem zag, van de film danig onder de indruk was. En ik herinner mij ook dat ik, toen ik kort daarna het verhaal voor de zoveelste keer herlas, niet anders kon dan mijn lectuur door de beelden van Huston te laten aanvullen en verrijken. Het is hoe dan ook een totaal andere ervaring: iets te lezen voor en nadat je er de verfilming van hebt gezien. (Ik had onlangs dezelfde ervaring met Boetekleed (Atonement) en de verfilming (met dezelfde titel) van Ian McEwans roman door Joe Wright uit 2007.)
Ik zeg ‘verrijken’ – en dat geldt ook voor Boetekleed – want Hustons verfilming van Joyces verhaal is magistraal.
Zoals het verhaal zelf dat ook is. Joyce vertelt in ‘De doden’ over iets wat wij allemaal kennen: een familiebijeenkomst op kerstavond met om de lieve vrede onuitgesproken of onderdrukte tegenstellingen en frustraties, politieke spanningen, een zatte nonkel, mislukkelingen en geslaagden (die laatsten drinken dan ook meestal te veel), een geheime liefdesrelatie en een grootmoeder die alles samenhoudt. Eigenlijk is Joyces verhaal dramaturgie – vandaar ook dat het zo verfilmbaar is. Misschien is de belangrijkste tegenstelling nog wel die tussen het binnen en het buiten. Binnen in de feestzaal is de atmosfeer warm en knus, terwijl het buiten sneeuwt. Maar er is ook het straatrumoer dat tot in het huis doordringt, of het gezang dat door de muren heen weerklinkt. Deze figuur van het binnen en het buiten bereidt de voor de climax essentiële ‘verre muziek’ voor – de ‘verre muziek’ die, als een sirene, Mrs. Conroy weglokt en op die manier bij haar echtgenoot Gabriel de vlijmscherpe catharsis teweegbrengt die geen lezer onberoerd laat.
‘De doden’ is een van de allermooiste verhalen die ik ooit las.
https://pascaldigital.blogspot.com/2022/03/afscheid-van-mijn-digitaal-bestaan-231.html