maandag 16 november 2015

vierenvijftig 36




9 november 2015

maandag

C. is een paar dagen geleden dood teruggevonden, zo liet M.-A. me gisteren weten. Nooit, zo schrijft ze, zal voor zijn ouders het leven nog hetzelfde zijn. Niets zal voor hen nog zijn zoals het was. En ik probeer me deze verschrikkelijke waarheid te realiseren: hoe het is als niets nog is zoals het was. Hoe verdriet tot in de kleinste handelingen, ook de meest onbewuste, doordringt. Hoe het de voorwerpen bezet en verkilt, hoe het de blik versluiert en alles lelijk of onverschillig maakt. Hoe zelfs de lucht die je inademt erdoor wordt aangetast. Hoe de vogels enkel nog schril kunnen fluiten, hoe het zonlicht alleen maar schroeit en niet meer koestert, hoe elke bloem alleen maar stinkt en verflenst. Hoe de woorden waarmee anderen je proberen te troosten en tegelijk zichzelf moed inspreken, hol klinken en hun betekenis verliezen. En hoe je zelf niet meer op je eigen woorden kunt betrouwen en dus maar zwijgt en béter weet dan wie toch nog spreekt. ¶ Vandaag, op het moment zelf waarop ik dit schrijf, wordt X. geopereerd. Hoe ik het ook draai of keer, hoe rationeel of pseudorationeel ook ik het probeer te benaderen, hoezeer ik mijn gevoelens ook au sérieux neem, of ze integendeel juist zoveel mogelijk probeer uit te schakelen: het is alsof ook bij mezelf een stuk wordt weggenomen, alsof er in mijn hart een bres wordt geslagen. ¶ Op een dag dat de Stedelijke Groendienst zijn bladblazers erop loslaat, is het al heel wat minder aantrekkelijk om tegenover een park te wonen. ¶ Dieter Lesage beschrijft Eric de Kuypers ‘ironisch conservatisme’. De Kuyper onderwerpt zich aan de door de reclame en de consensus geamplifieerde heersende smaakvoorkeuren, maar hij doet dat zonder het echt te menen en in het volle besef van zijn onderwerping. De vrijheid die op die manier wordt behouden, zou dan bestaan in het soeverein opgeven van de eigen vrijheid. De laatste vrijheid is dan, zo bekeken (en ervaren): het vermogen waarover je als individu beschikt om je bewust te zijn van je onderwerping (aan mode, aan de waan van de dag, aan de selectie die de media onder het mom van objectieve – en uiteraard helemaal niet objectieve – nieuwsgaring aan je opdringt, aan de agressieve en polariserende indoctrinaties van hogerhand (bijvoorbeeld in verband met de vermeende onveiligheid, al dan niet in samenhang met de steeds nadrukkelijkere aanwezigheid van allochtonen in onze ‘samenleving’), aan de creatie van kunstmatige behoeften en verlangens, enzovoort, enzovoort: de inperking van de autonomie van het individu geschiedt werkelijk op een totalitaire wijze en dringt door tot in alle uithoeken van het persoonlijke leven). Ik weet niet of het mogelijk is, ik wil het in elk geval graag geloven. En misschien is dát de werkelijke laatste vrijheid: de keuze die je kunt maken om in een illusie van vrijheid te leven, wat uiteindelijk neerkomt op een niet meer dan symbolische, om niet te zeggen rituele, strijd tegen de totalisering, een laatste stuiptrekking. (Dieter Lesage, ‘Het virus van de essentie’, in Onzuivere gedachten) ¶ ’t Is een avond van afscheid. Mijn woorden klinken hol. Misschien kan ik beter een tijdje zwijgen. ¶