dinsdag 13 augustus 2024

goed komt het uit 9

notitie 443

Ribe-Assent 121 km


Van liefst drie sympathisanten krijg ik, onafhankelijk van elkaar, het als voorzichtige aanmaning vermomde advies om misschien toch maar een trein op te zoeken die me wat dichter bij huis kan brengen zonder dat ik daar al die gekke inspanningen voor moet leveren. Zo somber was mijn verslag van (eer)gisteren dus blijkbaar. Welnu, wat ben ik blij dat ik hun raad niet heb opgevolgd want vandaag (gisteren dus) was zonder enige twijfel de mooiste tot nu toe. Wat heb ik ervan genoten!

Het begint al meteen wanneer ik om half acht vertrek, bij nog aangenaam fris, stralend weer. Ik heb de fietspadloze en dus uitstekend te berijden weg zowat voor mij alleen en kan met volle teugen genieten van het zicht op de lichte glooiingen in de akkers en van het in tegenlicht opvallend zichtbare want bedauwde werk van miljoenen spinnetjes die vannacht hun weefsels bij elkaar hebben gecnodderd. De weinige auto’s die me inhalen rijden in een wijde boog om me heen. De vogels fluiten, de zon schijnt en het leven lacht me toe. Ik fietst meteen door naar Rødding, dat ik aanvankelijk foutief als Redding had gelezen. In de ABC, een supermarkt die, net zoals overal, ook hier alle plaatselijke middenstand de nek heeft omgewrongen, koop ik wat mondvoorraad en ook zonnecrème. Mijn voorraad is bijna op en ik zal er vandaag zeker nodig hebben. In Skodbor, na 35 kilometer, staat er een geschikte bank-met-tafel in de schaduw, zodat ik kan ontbijten. Enkel koffie ontbreekt, die vind ik op een beschaduwd terras in de middelgrote stad Kolding.

Nu volgt het minst leuke deel van de dag: de flessenhals naar de bruggen die het vasteland met het eiland Fyn verbinden. Het drukke verkeer, met een bijzonder groot aandeel campers en mobilhomes, moet zich daar doorheen wringen. Gelukkig nemen de meeste auto’s de snelwegbrug. Vanop de wel honderd meter hoge stalen brug, waarover de rijksweg loopt die Fredericia met Middelfart verbindt, heb je naar het westen een prachtig zicht op het water van de Lillebælt diep onder je, en in het noorden zie je de autosnelwegbrug. Hoogtevrees komt hier niet van pas.

Eens hier voorbij is het nog even doorbijten, tot ik de 161 kan verlaten en een kleine parallelweg met de 313 naar Assent vind. Deze zeer rustige weg voert door het licht golvende oeverland van de Lillebælt. Gouden akkers, afgezoomd met donkere bospartijen, bosschages en struweel. En dat alles onder een staalblauwe lucht met schapenwolkjes. Wie zei daar iets over een trein? In Føns en Sandager vind ik twee van die prachtige witte kerkjes zoals er hier wel meer zijn. Vooral die van Føns staat weergaloos mooi en harmonieus in het landschap. En alsof dat nog niet genoeg is, zie ik ook nog een visarend. Dat doet me denken aan andere ornithologische waarnemingen van de voorbije dagen: een wulp aan het Wattenmeer, zwermen zich kostelijk amuserende mussen en bonte kraaien.

Om vijf uur bereik ik Assent, waar ik ‘s avonds nog een wandeling maak, tot aan de plezierhaven en terug. In de kerk is er een vernissage aan de gang, ik zie er enkele niet geheel onverdienstelijke werkjes, onder meer enkele naïef aandoende landschappen met koeien en een redelijk krankzinnige tekening van een fiets waardoor ik me aangesproken voel.