woensdag 14 augustus 2024

goed komt het uit 10

notitie 444

Assens-Torrig 117 km


Ik verwachtte westenwind, zoals de voorbije dagen, maar tot mijn teleurstelling is de wind helemaal gedraaid. Bijgevolg verloopt het berijden van de mooie en licht glooiende 323 richting Haarby niet bepaald moeiteloos. Afleidingen worden verstrekt door een grote voetbal die mij aan De geheimzinnige ster van Kuifje doet denken, en door tumuli. Bij een ervan, die van Drengehøj, lees ik op het informatiebord dat er hier, zo wil het althans de overlevering, jonge knapen werden geofferd terwijl op een heuvel 600 meter verderop vrouwen, wellicht hun moeders, jammerend toekeken.

Iets voorbij Voldtofte verlaat ik de grote weg en snijd een hoek af langs Vesemose en Strandby. Op een gegeven ogenblik sta ik voor een paar wegwijzers en voor mij op het asfalt de gekende voorrang verlenende haaientanden en ik word overvallen, onverklaarbaar, door een intens geluksgevoel. Ik kan er niets over zeggen, het is er zomaar. En het verdwijnt ook weer.

Wat verderop merk ik dat ik mijn eenbenige leesbrilletje van anderhalve euro, dat ik altijd door een lusje op mijn stuur vastklemde om het tijdig bij de hand te hebben om mijn kaart te kunnen lezen, kwijt ben. Het was al een paar keer op de grond gevallen, maar dat had ik telkens meteen gemerkt. Nu dus niet.

Bij het binnenrijden van Fåbor koop ik zoete gebakjes en frisdrank bij een warme bakker, en ik installeer me op een bank aan de oever van de zee-inham, die hier Alenbelt heet, als ik het juist heb. De enige plek die vrij is, is naast een oude man die, net zoals ik, een pet draagt. Hij knikt instemmend op mijn woordeloze vraag. Het halfuur dat we daar samen naast elkaar naar de flikkering van het zonlicht op de golven zitten te kijken, en naar de zwemmers – zowel kinderen als zeer dikke dames in bikini – in de op het water drijvende houtconstructie, zegt hij geen woord. En ik ook niet. Wanneer ik opkraam, knikt hij me vriendelijk toe: er is toch verbinding tot stand gekomen, blijkbaar. Op de zitbank naast de onze hebben twee dames al die tijd de plaatselijke parochie verlegd.

Later op de dag bereikt mij een bericht van Gilbert dat ik in Fåbor zeker en vast het in 1912-15 door Carl Petersen en Kaare Klint ontworpen Fåborg Museum moet bezoeken: ‘wereldarchitectuur’! Nu ik de foto’s op Google bekijk, stel ik vast dat ik er op mijn zoektocht naar een plekje aan voorbijgereden ben. Cultuurbarbaar!

De 44 naar Svendborg verlaat ik bij Vester Skerninge, om zo via de bijzonder mooie kustweg langs Ballen (sic!) de brug over de Svendborg Sund te bereiken. Aan de overkant vind ik nabij de wat hoger gelegen kerk van Bregninge een geschikte picknickplaats. Een meneer komt eens meekijken op mijn kaart, stelt de vanwaar- en waarheenvraag en wenst me nog een goede vaart.

Passim lans de weg: de winkeltjes voor de privéwoningen waarin particulieren etenswaren (vaak zelfgemaakte honing of jam) of kleren of kinderspullen verkopen. De koper steekt heel eerlijk het gevraagde bedrag (of een vrijwillige bijdrage) in het daartoe bestemde geldkistje. Dit soort waarnemingen kan je gunstig stemmen ten aanzien van een heel volk. Dat geldt ook voor het beeld van een fier stappende naakte vrouw dat staat opgesteld voor, jawel, een lagere school. Als aansporing tot een positieve omgang met lichamelijkheid kan het wel tellen, vind ik. Toch meer dan de indoctrinaties op Instagram.

Via de brug over de Siø Sund bereik ik Langeland, een, zoals de naam al zegt, langwerpig eiland. Dat ik moet dwarsen om bij Spodsbjerg bij het veer naar Lolland aan te komen. Op dat eiland wachten mij nog 20 lange kilometers tegen de felle oostenwind in. Maar de beloning is groot: een rustdag!