Johanna Kint ziet in de Wereldtentoonstelling van 1958 een
opflakkering van de optimistische vooruitgangsideologie, die het nog één keer
haalt van het defaitisme na de Tweede Wereldoorlog (mét Shoah en atoombom) en
van de verontrustende dystopieën van onder meer Aldous Huxley en George Orwell.
De roman 1984 vormde samen met De boerderij der dieren (Animal Farm) een tweeluik waarmee Orwell
op het eind van zijn leven zowel de ontsporende westerse beschaving als het
linkse totalitarisme viseerde.
→ 1.1.1.2. George Orwell, De boerderij der dieren (1945)
Hoe lovenswaardig ook de ideeën zijn waarop een regime zich
baseert, gelijkheid blijft een illusie, waarheid is een zeer kneedbare
aangelegenheid, de belangen van het individu botsen met die van de gemeenschap,
er is altijd een logge, domme, inerte, manipuleerbare massa waarop de elite
haar macht baseert. Op Orwells dierenboerderij leveren de schapen de domheid
die elke dictatuur nodig heeft om zich te vestigen en te handhaven. Mits de
nodige propaganda, ritualisering, mythevorming, indoctrinatie en intimidatie
kun je ze om het even wat laten blaten – als het nodig is doe je ze geloven dat
de aarde plat is. Herhaaldelijk brengt Orwell de blaters in beeld – en wij
herkennen onszelf maar al te goed, bijvoorbeeld in de manier waarop wij met
onze mainstream media omgaan. Op
bladzijde 60: ‘(…) eigenlijk waren zij het altijd eens met degeen die aan het
woord was’. Op bladzijde 68: ‘(…) Sultan sprak zo overredend en de drie honden,
die hij toevallig bij zich had, gromden zo dreigend, dat zij zijn verklaringen
aannamen zonder verdere vragen te stellen.’
Niet alleen de domheid van de schapen is van belang voor de
machthebbers, maar ook hun aantal. Zij vormen een allesbehalve kritische
kritische massa, die alleen al door het aantal koppen en het volume dat zij met
hun geblaat ontwikkelen de redelijke discussie, of de democratische
besluitvorming, kunnen lamleggen. Op bladzijde 74 doorkruisen zij de
opmerkingen die een viertal kritische varkens schuchter opwerpen: de vier
varkens ‘werden onmiddellijk door een luid gegrom der honden tot stilzwijgen
gebracht. Toen begonnen als gewoonlijk de schapen met een luid “Vier poten
goed, twee poten slecht” en alle ongenoegen was weer gesust. Op bladzijde 102:
‘Ondanks hun bevreesdheid zouden wellicht toch enkele dieren hebben
geprotesteerd, maar meteen begonnen de schapen weer als vanouds hun “Vier poten
goed, twee poten slecht” te blaten, wat minutenlang aanhield en een einde aan
de discussie maakte.’
Wanneer het de leiders zo uitkomt, leren zij de schapen
‘Vier poten goed, twee poten beter!’
te blaten. ‘Four legs good, two legs better’
– ja, de schapen kunnen dat in meerdere talen blaten.
Volg alle
teksten van het project 'laatste rechte lijn': hier