maandag 24 juli 2017

de zomer van 2017 – 8



Een psychoanalist die verliefd wordt op zijn patiënte, dat is natuurlijk geen ideale situatie. Maar het is wel wat Paul (Jérémy Renier) overkomt in de nieuwe François Ozon, L’Amant double. Paul beseft heel professioneel dat zoiets niet kan en hij onderneemt nog een poging om Chloé (Marine Vacth) naar een collega door te sturen. Maar Cupido’s giftige pijl heeft doel getroffen en enige tijd later zien we hoe de mooie maar wankelmoedige Chloé haar intrek neemt in het al even mooie appartement van haar psych. Ex-psych dan al want natuurlijk is ze genezen – enfin, ze verkláárt zichzelf genezen, therapeutische babbelsessies zijn ook op een ander niet langer van doen. Liefde, en zeker verliefdheid, is nog altijd de beste kuur voor zomertijdse blues. (Maar vaak is liefde niet méér dan een placebo en is er bij nader inzicht no cure.)

Dit is niet het einde van het verhaal, enkel het begin. De betrekkingen tussen therapeut en patiënt horen strikt zakelijk te blijven. Wordt deze afspraak geschonden, dan meteen ook het vertrouwen. En daar begint in deze film alle miserie: geschonden vertrouwen is onomkeerbaar: je kunt de pot lijmen maar de scherven blijven altijd zichtbaar. Paul slaagt er niet in Marines liefde voor haar meegebrachte huiskat te delen, en Marine neust in Pauls papieren – tegen zijn uitdrukkelijke verbod in. (Het verbod zet de kat bij de melk.) Neuzen in de papieren van je partner: daar komt niets goeds uit voort. Het verleden dat je erin aantreft, stemt nooit overeen met het geschetste of (na overwogen of onbedoelde weglatingen of vervormingen) voorgehouden beeld, en die afwijking is de ideale voedingsbodem voor het wantrouwen dat uiteindelijk – eventueel in combinatie met andere conflictstof – kán leiden tot verwijdering en breuk.

Wie alle wendingen in de plot van deze met stevige seksscènes en knipogen naar een bepaalde suspense-traditie doorspekte ‘kinky psychothriller’ (Focus Knack) ernstig neemt, houdt er, denk ik, niet de juiste kijkhouding op na. Het zou mij heel erg verbazen dat Ozon met zijn verkenning van psychose en hysterie de bedoeling had om strikt binnen de lijntjes te kleuren van de psychoanalytische (pseudo)wetenschap. Ik zie L’Amant double, met al die spiegelingen en spiralen en symmetrieën (de architectuur van de gebouwen als pendant van de architectuur van de ziel) veeleer als een Spielerei, als een oefening in inbeelding: wat gebeurt er in een geesteszieke verbeelding? Hoe vér kunnen hallucinaties gaan?

Wat dan weer wel ernstig te nemen is, lijkt mij wat volgens mij het hoofdthema is: frigiditeit, in combinatie met verveling. De job van suppoost in een museum van moderne kunst is voor Chloé niet echt bestaansvervullend. Ze krijgt bovendien af te rekenen met een aantal crisissituaties: losgeslagen familieverbanden, een nieuwe partner (die in tegenstelling tot haarzelf intellectueel is; het Dentellière-thema), een verhuizing en dus ontwrichting, het aanstaande moederschap, het verlies van haar geliefde poes en bovendien een psychosomatische aandoening. Hoe kan een genezing tot stand komen? Alvast niet door te praten met een prijzige shrink die de overdrachtsproblematiek (transfert) niet onder de knie krijgt.

De film wil inderdaad het verhaal van een genezingsproces zijn: het shot waarmee hij opent, een klinische gynaecologische inkijk in een vagina, echoot met de inkijk aan het eind in Chloé’s mond, tot bij haar stembanden die aan het trillen gaan tijdens een orgasme: bevrijding!

Neen, L’Amant double hoeft niet de pretentieuze intellectualistische prent te zijn die, op de verkeerde manier bekeken, ongetwijfeld veel gevoelige zielen zal choqueren. Ozons nieuwe verkenning van de duistere krochten van de menselijke psyche kan evengoed genoten worden als een plezierig-luchtige en in hoge mate vrijblijvende verkenning van topzware thema’s, met behoorlijke wat humoristische overdrijvingen en cinefiele knipoogjes naar het werk van (even) roemruchte collega’s. En natuurlijk is er het esthetiserende camerawerk, en zijn er de voortreffelijke acteerprestaties – vooral Marine Vacth slaagt erin om op commando van één-twee-drie traantjes weg te pinken.

Er valt veel over die film te zeggen, ik probeerde érgens te beginnen en raapte hier slechts een paar scherven op.