wolkenfragmenten uit Bart Van Loo, Parijs retour
2202
Op vijf augustus arriveert Hugo op Jersey. Ook hij is in de
wolken: ‘Ik zit hier volop in de poëzie, tussen de rotsen, weilanden, rozen, wolken
en de zee… De verzen komen als het ware vanzelf.’ (Van Loo
citeert Victor Hugo, 42)
2203
Hij beschrijft de laatste veldslag van Napoleon als God op
een wolk. (56)
2204
De wind komt vanaf volle zee en er hangen dreigende wolken
aan de hemel. (59)
2205
In gedachten verzonken ziet hij hoe de wolken de
vorm van de mistbank aannemen waarin hij de stoomboot uit de zeeroman had laten
omkomen. (60)
2206
In het midden van het schaduwplafond hing een op zijn kop
gekeerde draagmand waaruit ongeordend wind, hagel, wolken, zeeslakken,
fosfor, duisternis, licht en bliksems vielen. (Van Loo
citeert Victor Hugo, 63)
2207
Donkere onweerswolken pakken zich samen en plots
besef ik waarom Sand deze streek steeds maar weer de Vallée Noire noemde: ‘De
verten hebben die mooie diepblauwe kleuren die violet en bijna zwart worden op
onweersachtige dagen.’ (Van Loo citeert George Sand, 134)
2208
Wolken komen uit het noorden en
razen als gekken door een donkere hemel, de wind huilt. (Van Loo citeert Guy de
Maupassant, 299)
2209
Een paar zilveren wolken dreven rond de bleke
toppen, en aan de overzijde van de golf strekte Nice zich aan de waterkant uit
als een witte draad tussen zee en gebergte. (Van Loo
citeert Guy de Maupassant, 325)
2210
Ik ben er zeker van dat de schrijver van De drie musketiers zijn overleden lotgenoten vanaf zijn wolk al lang verblijd heeft
met een zevendelige avonturenroman waarin een lege kist het Panthéon wordt
binnengedragen. (383)