Je hoeft geen diehard fan van Nick Cave te zijn om zwaar onder de indruk te geraken van One More Time With Feeling, het portret dat Andrew Dominik maakte van Nick Cave tijdens de opnames van de cd Skeleton Tree, en ná de dramatische dood van Caves zoon Arthur. Ik veronderstel dat de afspraak om de film te maken van voor dat ongeluk dateerde, het zou anders wel een ongemakkelijk gevoel geven. In elk geval: de opportuniteit van het maken van het portret wordt al meteen in het begin van de film ter discussie gesteld. We zien hoe Cave zich in een hotelkamer klaarmaakt om ergens naartoe te gaan: hemd dichtknopen, vestje aan, nog eens kijken of het haar goed zit. De camera zit hem dicht op de huid. Als dat alles achter de rug is, vraagt een offscreen-stem, wellicht die van de regisseur, om het nog eens over te doen. Cave vindt dat duidelijk niet prettig, maar willigt de wens in. Beide shots blijven in de film opgenomen: precies om aan te duiden hoe gevoelig dat hele probleem van het creëren van een illusie van spontaniteit is bij iemand die nog maar net zijn zoon verloren heeft. Verderop in de film wordt er ook over gepraat. Het zijn indrukwekkende dialogen. Niet dat Cave de ultieme waarheid in petto heeft over hoe je moet omgaan met zo’n verlies, neen, maar het is dat die dialogen duidelijk níet geacteerd zijn. Ook de cameravoering en de montage zijn dan uitermate sober, tot een minimum beperkt. Wat dan weer contrasteert met het ronduit spectaculaire camerawerk tijdens de afwerking van de nummers van de nieuwe cd in de studio’s – er zijn minstens drie verschillende locaties. Maar ook dat spektakel is niet gratuit: het staat volledig in dienst van wat de regisseur met deze film heeft willen zeggen, met hoe hij Cave heeft willen portretteren.
In een van de gesprekken vergelijkt Cave wat hem is
overkomen met een trauma: alles daarbuiten verzinkt in het niet. Of juister: er is geen buiten meer. Het trauma is
als een zwart gat waarin alles wordt weggezogen. Uiteraard is het niet evident
om in zo’n omstandigheden verder te gaan met de creatieve arbeid. Het is mooi
hoe Dominik dit opheldert door Susie, mevrouw Nick Cave, aan het woord te laten
over háár activiteit: zij ontwerpt kledij, en zegt dat blijven werken voor haar
de enige manier is om aan het zwarte gat te ontsnappen. We mogen aannemen dat voor
Cave precies hetzelfde geldt.
In een van de studio’s staat de zwarte vleugelpiano
centraal. De architectuur van deze studio is bijzonder. Ik weet niet of het
grondplan cirkelvormig is, maar die indruk maakt het wel. Dominik is er in elk
geval op uit om die indruk op te wekken want hij gebruikt lenzen die het
perspectief krommen, en we zien ook veel cirkelvormige ruimtelijke elementen,
bijvoorbeeld in het trappenhuis. Het is duidelijk dat deze – erg donkere –
ruimte een zekere geborgenheid en concentratie moet creëren. Rond de piano is de
rail aangelegd waarop de camera waarmee Cave close in beeld wordt gebracht
rondrijdt. We zien dus niet alleen Cave, zingend op de hem kenmerkende
bezwerende, declamerende, gedragen manier, met achter hem het decor dat
voortdurend wegdraait, maar we zien ook de rail met daarop de camera. We zien met
andere woorden hoe Dominik dit centripetale effect creëert. Uit dat centrum
geraak je niet weg, zoveel is duidelijk. Alles wordt ernaartoe gezogen. De
parallel met de ruimtelijke metafoor waarmee Cave het trauma woordelijk
toelichtte is duidelijk.
Maar er is meer. Op een gegeven ogenblik verlaat de camera
het gebouw, door een gat in de muur. We winnen hoogte. We zien de voorstad, en
op de achtergrond een grote stad met wolkenkrabbers: Londen. De camera blijft
maar stijgen. We winnen kilometers hoogte. We zien het verkeer op de snelweg,
de bochten van de Thames. Nog later zien we de hele agglomeratie, en dan
Zuidoost-Engeland, het Kanaal, een heel stuk van het Europese vasteland. Ik
weet niet meer of het op dat moment in de film is, maar Cave denkt op een
gegeven ogenblik na over wat het allemaal maar te betekenen heeft, wat we doen,
in het licht van de eeuwigheid. Toch móeten we het doen. Er is geen keus. Samen
met zijn vrouw, zegt Cave, heeft hij besloten om gelukkig te zijn. Niet
makkelijk in een huis waar veel dingen nog aan Arthur doen denken, maar toch.
Bovendien is er Earl, de andere zoon. Ook hij wordt in de film betrokken. Hij mag
mee naar de studio, waar hij een fototoestel in zijn handen geduwd krijgt.
Het is een eenvoudige, maar oprechte boodschap. Rouw is
onvermijdelijk, je moet er door. En dat er wordt gerouwd, dat is duidelijk – al
bezondigt Dominik zich nergens aan sentimentalisme. (En ik mag veronderstellen
dat Cave heel dicht bij de regie betrokken zal geweest zijn.) Maar op een
gegeven ogenblik moet je verder. Je moet aan het werk, je moet proberen opnieuw
gelukkig te zijn. Deze eenvoudige boodschap wordt op een schijnbaar eenvoudige maar
vooral zeer integere en beklijvende manier meegegeven.
En dan heb ik nog geen woord gezegd over de magistrale
muziek. (In dit fragment
de illustratie van wat ik hierboven zei over de ruimtelijke metafoor.)