29 december 2017
Tussen zes en
acht vanochtend, nog terwijl het donker is en iedereen slaapt en de dag nog
niet begonnen is, zit ik John Berger te lezen, Ver weg in Europa, en daarin het titelverhaal. Een vrouw wordt door
haar zoon meegenomen met een deltavlieger – ze gaan hoog de lucht in, boven het
dal waarin ze is opgegroeid en daarin de fabriek waarin de vader van dat kind
is omgekomen, en ondertussen overschouwt ze haar leven, hoe het is gegaan, in
elk geval nooit zoals ze het had voorzien. Het is een prachtig verhaal, zoals
het hele boek prachtig is. Ver weg in
Europa maakt samen met twee andere boeken deel uit van de trilogie De vrucht van hun arbeid. Ik heb de
lectuur ervan veel te lang uitgesteld, tweeëntwintig en een half jaar om
precies te zijn: een inscriptie op de titelbladzijde leert me dat ik het boek
een kwart mensenleven geleden in Gent kocht, op 20 mei 1994. Berger: ‘Als ze
mij als kind hadden verteld hoe het leven van een volwassene is, had ik het
niet geloofd. Ik zou nooit geloofd hebben dat het zo onaf kon zijn. Als we jong
zijn kennen we aan ouderen zoveel gezag en zekerheden toe.’