(gebaseerd op Neil MacGregor, Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen)
Clovis-speerpunt, Arizona, (11.000 jaar oud)
Groener is het aan de overkant. Altijd.
Dat drijft een mens voorbij de horizon.
Als stelling staat ingeschreven in de genen:
aan deze zijde ligt nimmer het paradijs.
En zo is het eeuwige trekken ontstaan.
Uit Afrika weg. En dan ook uit Azië weg.
Dat kon toen tijdens een ijstijd de Bering-
straat tijdelijk niet ondergelopen was
en bijgevolg zeer wel overbrugbaar.
Achter het vluchtende rendier en de bizon
aan stootte de stamvader aller indianen
op de wilde leegte van Alaska. Een paar
generaties later bereikte hij de steppen
van wat nu New Mexico mag heten.
In de hitte van het plaatsje Clovis aldaar
werd een exemplaar gevonden van het
wapentype waarmee na drie millennia
reeds alle mammoeten waren gekeeld.
Een bloederig paradijs werd het derhalve,
rood als de dood. En nadat een opnieuw
gestegen zeespiegel elke terugkeer had af-
gesloten een hortus conclusus bovendien.
Daar zat, gecolloqueerd op zijn continent,
de Clovismens. Wat moest nu groener zijn?
Bang verbeidde hij der Spanjaarden komst.