(gebaseerd op Neil MacGregor, Een geschiedenis van de
wereld in 100 voorwerpen)
Vuistbijl uit Olduvai (1,4 – 1,2 miljoen jaar oud)
De handige vorm was al aanwezig in de ruwe klomp
toen de steentijdmens hem tussen duizend
andere zag en aan ’t kloppen en klieven ging.
(Waarmee?)
Daarmee was de tijd in ‘t spel gebracht.
Tussen inzicht, plan en uitvoering lag
het hardnekkige verlangen te blijven bestaan:
duur.
Het resultaat was multifunctioneel en poly-inzetbaar.
Een kostbare tool,
slim vervaardigd, passend in elke kit.
Het was boormachine en mes. Werktuig en wapen
in één.
Snijden kon je ermee. En schrapen, kloppen, schaven.
Ciseleren, krassen, tekenen, villen. Kelen over-
halen, iemand de kop inslaan. Loop naar de maan.
Beschaven.
Uitstel en verlangen deden hun intrede. De tot vuistbijl
uit elkaar geslagen steen deed plannen maken.
Een kwestie van met taal de angst te overwinnen.
Ideeën.
Met een vuistbijl kon je het afwezige aanwezig stellen,
en zodoende vijlen aan ideeën en ideologieën:
later, veel later, voldoende reden om op elkaar
in te hakken.