Ik ben ook een paar keer personage geweest in de bellettrie
van anderen. En 't lijkt wel een wet dat je meer kans maakt met naam en toenaam
te worden genoemd in een context die ongunstig voor je uitvalt dan in een
gunstige. Nuja, dat van Brouwers is geen bellettrie eigenlijk, maar essayistiek
of polemiek - en dat maakt zijn vergissing kwalijker. Toevallig las ik deze
week het stuk in Restletsels, en ik
dacht nog: tiens, Flamend?, dat lijkt me toch kras dat die zoiets over Brouwers
zou geschreven hebben... Maar je gaat dat niet verifiëren natuurlijk, en je
leest verder - en er blijft altijd iets van hangen. Te meer omdat ik voor
Brouwers een schier grenzeloze bewondering heb. Als ik de bewuste passage er op
nalees, kan ik niet anders dan vaststellen dat 'Jan Flamend' het in het door
Vinken aangehaalde citaat over de polemicus in het algemeen heeft, en dat
Brouwers dat dan op zichzelf, in zijn 'hoedanigheid van strijdlustig
polemicus', heeft betrokken. Niets aan de hand dus, 't is een geval van
selectief citeren.