zondag 26 mei 2013

schrikkel 365c

Iedereen kent het intussen wel: het gevoel dat je hebt als je jezelf ziet voorbijlopen op het scherm waarop beelden van een of andere bewakingscamera worden geprojecteerd. Het kind in je zwaait dan naar jezelf-op-dat-beeld, je bent geneigd een gek pasje te doen maar je doet het dan maar niet want het is een gek pasje. Je wéét dat je in beeld komt want je herkent op het beeld de setting, het decor; je ziet jezelf het beeld binnenkomen – en er is altijd die bevreemding: ben ik dat?, zie ik er zo uit?, is dat mijn houding?, mijn caruur?, mijn postuur?, mijn algemeen voorkomen? Ja, zo zien anderen mij en ik ben mij daar niet van bewust. Ben ik zo zwaar? Loop ik zo hoekig? Maar goed, we leren ermee omgaan – genoeg bewakingscamera’s in de buurt en schermen waarop we zien hoe we gezien worden.

Maar dit keer is het anders. Setting: een Londense dubbeldekbus. Ik zie een scherm, maar sta daar niet bij stil. ‘Het zal wel reclame zijn,’ denkt een mens dan (als hij al iets denkt, want een mens denkt niet altijd) – en inderdaad, dat is ook zoiets: er zijn niet alleen overal schermen met beelden van bewakingscamera’s die ons moeten waarschuwen, er zijn ook overal schermen met beelden die ons moeten overtuigen: wees verlekkerd op mij!, begeer mij!, koop mij! Pas daarna, in tweede instantie en op een bewuster niveau, dringt het tot me door dat de persoon op het scherm een trap afloopt, dat ik dat op datzelfde ogenblik ook doe en dat – setting, decor – ik naar een beeld van mezelf loop te kijken. Dat is bevreemdend op een complexere manier dan wanneer je wéét dat je in beeld komt. Je ervaart niet alleen dat er een discrepantie bestaat tussen enerzijds je aanvoelen van hoe je eruitziet en anderzijds hoe je er effectief uitziet (houding, caruur, postuur); je ervaart bovendien hoe bizar het is als je jezelf helemaal niet zou herkennen. Wat je ervaart is niets minder dan – al duurde het maar een fractie van een seconde – een dissociatie, het is iets verscheurends, iets wat je losmaakt van, ja, waarvan eigenlijk…?

Maar goed, dat is allemaal theorie. Je ziet zoiets, een zoveelste scherm, je ervaart er iets bij wat je niet gewoon bent te ervaren, je voelt je een fractie van een seconde duizelen – en dan kom je op de benedenverdieping van de dubbeldekse bus, je ziet weer honderd andere dingen; je stapt uit, staat op een Londense straat, duizend dingen; je gaat een hoek om, honderdduizend dingen… En voor je het weet, ben je het voorval vergeten.


Maar je hebt een foto gemaakt.