I:513-525
Zoals Marcel nu Swann hoort praten, zo praatte
hij, voor zijn val, niet. De mensen die hij nu belangrijk genoeg acht om
waarderend te vermelden, zouden vroeger nooit zijn aandacht hebben getrokken. Het is dan ook nutteloos, commentarieert
Proust, d’observer les moeurs, puisqu’on
peut les déduire des lois psychologiques (513:14-15). Omgangsvormen?
’t Zit allemaal tussen de oren.
De coterie van de Guermantes was tenminste nog
zo verheven dat je er kon worden geselecteerd op esprit en op of iemand al dan niet interessant was. Iemand als
Madame Bontemps zou er nooit een kans hebben gekregen. Enkel bloedaristocratie
kreeg er vrije toegang, ook al waren de exponenten ervan saai en dom. In dat
geval werd er, met de naïveté des gens du
monde (514:18) gezocht naar een reden om hun gezelschap toch agréable (514:19) te vinden. Nu slooft
Swann zich uit om zelfs een Madame Bontemps aangename eigenschappen toe te
dichten – en daarmee toont hij hoe hij zich, als een kameleon, weet aan te
passen aan de nieuwe omstandigheden.
Op het thuisfront volgen de ouders van Marcel
met veel belangstelling de opeenvolging van nieuwe namen bij de Swanns. Marcels
moeder vergelijkt de veroveringen van Mme Swann met overwinningen op
buitenlandse slagvelden tijdens koloniale oorlogen. Zij weet ook heel goed
waarom Mme Cottard is toegelaten tot de coterie van de Swanns. Mme Cottard
wordt niet omwille van haar kwaliteiten door de Swanns gewaardeerd maar wel
omwille van haar mogelijke hoedanigheid als boodschapster: une grande partie des plaisirs qu’une femme trouve à pénétrer dans un
milieu différent de celui où elle vivait autrefois lui manquerait si elle ne
pouvait informer ses anciennes relations de celles, relativement plus
brilliantes, par lesquelles elle les a remplacées (516:2-7) – en van Mme
Cottard wordt gehoopt dat zij de achtergelaten groep op de hoogte zal brengen
van hoe ‘ver’ Mme Swann het inmiddels heeft geschopt. Zo wordt Mme Cottard
gebruikt als een insect dat komt snoepen van de nieuwe omgeving – waarop men
kan hopen dat zij naar haar oude omgeving terugkeert om daar de ‘kiem van
afgunst en bewondering’ te verspreiden zoals een bij dat doet met stuifmeel.
Mme Swann boekt enkel resultaten in le ‘monde officiel’. Les
femmes élégantes n’allaient pas chez elle. (516:40-41)
Proust vertaalt dit onderscheid in politieke termen: in mijn prille jeugd, zegt
hij, kon je je niet voorstellen dat republikeinen naar een salon zouden gaan;
dat was een voorrecht voor la société
conservatrice (516:43-517:1). Maar de maatschappij verandert, wat de
conservatieven er ook van mogen denken, en nu zijn de rollen omgekeerd. En
samen met deze omwentelingen worden alle smaakpatronen en voorkeuren omgewenteld.
La seule chose qui ne change pas est qu’il semble qu’il y ait ‘quelque
chose de changé en France’ (517:40-41). De enige constante is de
veranderlijkheid.
Sinds de tijd dat Marcel de Swanns
frequenteerde, had de Dreyfus-affaire de verhoudingen gewijzigd: een joodse
dame werd geweerd, et des nationalistes
obscurs montèrent prendre sa place (517:20). Maar daarvoor kon het gebeuren
dat de jood sir Rufus Israels en zijn vrouw lady Israels, die een tante van
Swann is, daar nog welkom waren. Swann, quoiqu’il dût
vraisemblablement être son héritier (518:5-6), meed lady Israels. Zij was echter de enige van zijn familie die wist welke plaats hij in
de beau monde innam voor hij zich met Odette encanailleerde. Lady Israel doet
er alles aan Odette de toegang tot de hogere kringen te ontzeggen. Slechts één
van haar vriendinnen, de Comtesse de Marsantes, respecteert deze banvloek niet.
Op een keer gebeurt het dat deze gravin, lady Israel én Odette zich op
hetzelfde feest bevinden. De comtesse doet alsof ze Odette niet kent. Odette
heeft de pech dat ze zich op het slechte moment aandient, op een ogenblik dat
de ‘kaleidoscoop’ van de maatschappelijke verhoudingen zodanig staat dat er
voor dames van meer betwistbaar allooi geen plaats is in de hoogste kringen.
Swann van zijn kant lijkt zich niet om de onbeholpenheid en het middelmatige
verstand van Odette te bekommeren. Hij is verblind door zijn verliefdheid
waarin – voorwaar – des restes de volupté
(519:38) aanwezig moeten zijn, anders kun je toch cet asservissement de l’élite à la banalité (519:43-520:1) niet
verklaren? Swann zit, mede hierdoor, maar ook doordat hij te conservatief aan
de vroegere elite vasthoudt, op de wip. Hij schept er, wat zijn sociale
netwerking betreft, een eclectisch plezier in om des bouquets sociaux samen te stellen, en groupant des éléments hétérogènes (521:17-18). Hij gedraagt zich
enigszins lichtzinnig als een nonconformistische eclecticus. Dit doorbreken van
de society-geplogendheden valt niet bij alle deelnemers in goede smaak: het
verstoort de pikorde en zij worden gedwongen ten overstaan van de enen
goedkeurend te bespreken wat zij ten overstaan van anderen moeten afkeuren.
Swann keert van deze society-events pas tegen
het avondeten terug. Het interesseert hem niet meer, zoals toen hij (282) door
de envelop heen een brief van haar aan Forcheville had proberen te lezen, met
wie Odette ondertussen had liggen rollebollen. In die tijd had hij zich
voorgenomen om, zodra zijn verliefdheid zou zijn uitgewerkt, par simple amour de la vérité et comme un
point d’histoire (523:35-36), te zullen achterhalen of Odette die keer
werkelijk overspelig was geweest met Forcheville. Maar nu het zo ver is, kan
het hem niet meer schelen. Of exacter: de handel en wandel van Odette kan hem
niets meer schelen, maar de jaloezie is wel blijven haken aan de plek en het
tijdstip waar en waarop hij die jaloezie heeft gevoeld. Het tijdstip waarop
Swann dacht dat seule la mort de celle
qu’il aimait (524:28-29) een einde zou kunnen maken aan die jaloezie.
(Swann vergist zich, aldus Proust in een terzijde: verderop in het boek zal
blijken dat de dood ne diminue en rien
les souffrances de la jalousie (524:30-31).) En ten slotte verdwijnt ook
dat – maar de pogingen om de waarheid te
achterhalen blijven nog een tijdje duren; de macht der gewoonte, als het ware.
Net zoals Swann zich had voorgenomen om, zodra
zijn verliefdheid op Odette zou zijn uitgewerkt, te achterhalen of hij destijds
terecht jaloers was geweest op haar, zo heeft hij zich ook voorgenomen om zich
op haar te wreken met een verliefdheid op een andere vrouw. Maar ook hier draait het anders uit: avec l’amour avait disparu le désir de
montrer qu’il n’avait plus d’amour (525:30-31). En
Swann doet er alles aan om zijn nieuwe liefde verborgen te houden voor Odette.