I:585-597
Marcel is danig in
de war van zijn besluit om Gilberte niet meer te zien. Je kunt op verschillende
manieren op dergelijk verdriet reageren. Een ervan is het voorwerp van de
versmade liefde enigszins links te laten liggen, te doen alsof je het allemaal
niet zo erg vindt en zelfstandigheid voor te wenden – om haar niet nog meer van
je te verwijderen. Dat is wat Marcel doet, maar hij kan zich er toch niet van
weerhouden Gilberte een brief te schrijven die tegelijk ‘gebelgd’ is maar toch
openingen op verzoening bevat. Marcel is ten prooi aan een grote verwarring –
hij weet dat zijn perspectief niet objectief is maar hij kan er geen ander
innemen; hij is in zekere zin op verwarde wijze bewust van zijn verwarring,
hetgeen de zaken er niet eenvoudiger op maakt. In zaken van verliefdheid geldt : le principe de causalité existerait à peine;
de verliefde is un être qui ne serait pas
capable d’établir un lien entre un phénomène et un autre; voor hem geldt: le spectacle du monde serait incertain
comme un rêve (586:41-587:2). Uiteindelijk
kan Marcel, de volgende dag al, niet anders dan alweer bij de Swanns langs te
gaan en hij beseft dat hij zich al dat gepieker had kunnen besparen.
Wanneer hij zich
aanmeldt, wordt Marcel echter koel ontvangen en hij neemt zich voor zich dit
keer niet meer door zijn gemoedsbewegingen te laten vermurwen. Dat is
gemakkelijker gezegd dan gedaan: hij blijft hopen – en c’était ce dernier sentiment qui, presque autant que la crainte (haar
nooit meer te zullen terugzien), rendait
ma souffrance intolérable (588:38-40). Het postsysteem, met meerdere
bezorgingen per dag, werkt de gemoedsrust zeker niet in de hand want als er bij
de ochtendpost geen brief van Gilberte is, dan misschien bij de middagpost – en
bovendien kan een afzender een brief ook zó laten bezorgen: het gevolg is dat Marcel
geen moment rust kent. Hij is voortdurend aan het redeneren: wellicht kan hij
Gilberte nog het best van zijn liefde overtuigen door, mocht zij hem opnieuw
uitnodigen, voor te wenden dat hij niet op haar uitnodiging kan ingaan. Hij
hoeft bovendien niet alle schepen achter zich te verbranden want hij heeft nog
altijd toegang tot huize Swann: van Mme Swann kan hij blijven vernemen hoe het
met Gilberte gesteld is. Hij gaat uiteraard alleen wanneer hij zeker is dat
Gilberte er niet zal zijn: hij zou haar maar eens de indruk geven dat hij
speciaal voor haar gaat! Voortdurend stelt Marcel zich voor wat er in de brief
die zij hem dan toch eens zou moeten schrijven zou staan. La
constante vision de ce bonheur imaginaire m’aidait à supporter la destruction
du bonheur réel. (591:6-8) Marcel blijft hopen zoals de
moeder wier zoon op zee wellicht is omgekomen, die elke dag op het strand naar
de einder gaat staren.
Deze bladzijden
leveren een soort fenomenologie van de berekenende zelfbegoocheling. Dat het dwaas is, beseft Marcel zelf ook wel (zo dwaas is
hij niet!): Nous sommes tous obligés,
pour rendre la réalité supportable, d’entretenir en nous quelques petites
folies. (591:37-39)
Dat Marcel nog
altijd naar de Swanns kan gaan, ook al is het niet voor Gilberte, heeft hij te
danken aan een uitnodiging van Mme Swann zelf: zij heeft te kennen gegeven dat
ze graag zou hebben dat hij ook eens voor haar
zou komen, maar dan niet op het uur dat ze ‘ontvangt’. Dus kan Marcel niet
anders dan laat gaan, wanneer het al donker is. We krijgen een korte
beschrijving van duister Parijs, un Paris
plus sombre qu’aujourd’hui (592:17), een Parijs waar nog niet tot in alle
hoeken en wijken de elektriciteit was doorgedrongen.
Opvallend aan
Odettes interieur is de wintertuin: zij schijnt een grote voorliefde voor
talrijke en omvangrijke planten te koesteren. Dat is naar de mode van de tijd,
maar het heeft ook iets met haar vroegere bestaan als cocotte te maken. In dat
bestaan had zij dat soort luxueuze interieurs nodig om haar mannen te
ontvangen. Bloemen en planten maakten daar wezenlijk deel van uit.
Odette is erin
geslaagd een salon op te zetten zoals Mme Verdurin er een had. Charles Swann, die
destijds een van Mme Verdurins vedetten was, heeft ze afgesnoept van het kleine
groepje rond Mme du Deffand.
Marcel geniet van de
met de zonsondergang buiten corresponderende kleurenpracht van de bloemen
binnen. Vooral de chrysanten boeien hem.