dinsdag 28 mei 2013

los ingeslagen 95


26 maart 2013

Mijn Nederlandse vriend P. vertelt over de boomende hoedenbusiness van zijn vrouw L., en dat, als er in tijden van crisis al hoeden worden verkocht, dan vooral exclusieve hoeden die zijn vervaardigd met dure en zeldzame materialen. Door dat boomen is P. zijdelings ook in de stoffenbranche verzeild geraakt – en in een niche van die branche dan ook nog eens in het vilt – en zo kan het gebeuren dat je hem al eens op een gespecialiseerde beurs aantreft waar hij als een doorwinterde viltventer zijn waren aan de man probeert te brengen. Twee stapels heeft hij daar dan, zo vertelt hij me, en dan gaat het zo:

‘Mevrouw, als u een hoed wil maken voor de koningin, dan moet u uit deze stapel kiezen. Maar als u voor uw buurvrouw aan het naaien slaat, dan heb ik deze selectie voor u.’ (wijst naar andere, denkbeeldige, stapel)

En vervolgens: ‘Tenzij u naast de koningin woont, dan moet u toch hier zijn!’

P. vertelt het met zijn brede lach en ja, mocht ik een vrouw zijn, en kapitaalkrachtig, dan zou ik van deze man wel een hoedje willen van zijn koninklijke stapel.