zaterdag 8 december 2007
Dag 103 vVH&C
071201 en 071204 – Datumloze dagen, de nieuwe Brouwers, is ‘erover’. Het hoogst pijnlijke verhaal – vader kijkt zijn leven lang nooit naar zoon om, wordt door hem dan ook verworpen, en moet, als het ware bij wijze van straf, de alsnog in de armen gesloten maar inmiddels zwaar ziek geworden nazaat euthanaseren – wordt door Brouwers’ maniërisme en cabotinage vakkundig de nek omgewrongen. De doorwrochte verhaalstructuur, de dooreengeklutste chronologie, het altijd perfecte ritme, de zorgvuldig uit het dagelijkse leven én uit de mythologie gekozen motieven, de virtuoze taal met bewerkelijke grammatica en neologismen à volonté: al te vaak in deze betrekkelijk korte roman verworden deze kenmerken van de ‘goede’ Brouwersboeken hier tot een karikatuur. Daardoor krijgen we melodrama, pathetiek, ja zelfs – ik veronderstel ongewild – het soort van emotioneel aangedikte musicalachtigheid waartegen het hoofdpersonage in het boek zelf (’t is, zou je kunnen zeggen, een neventhemaatje) virulent ten strijde trekt. De beoogde ontroering slaat om in het tegendeel: er ontstaat onbegrip en zelfs ergernis om zoveel… sentimentalisme. Ik hou van Brouwers, absoluut, en ik zie ook wel dat hij er in deze roman opnieuw meesterlijk en met toewijding in slaagt om enkele zeer geloofwaardige personages met – soms pijnlijk – herkenbare hebbelijkheden neer te zetten, maar, helaas, de conclusie moet onverbiddelijk zijn: Datumloze dagen is maakwerk. Jeroen Brouwers heeft geprobeerd een goede Brouwers te schrijven in plaats van – en we weten dat hij dat goed doet – een goed boek.